15
5. Meet desgewenst uw hartslag.
Als er velletjes
plastic op de
metalen contact-
punten van de
handgreep met
hartslagmonitor
bevinden, ver-
wijder deze dan.
Zorg er ook voor
dat uw handen
schoon zijn. Om uw hartslag te meten, houd uw
handen op de hartslagmonitor met de palmen van
uw hand leunend tegen de contactpunten. Beweeg
uw handen niet en houd de handsensoren ste-
vig vast.
Een hartsymbooltje zal in de display knipperen en
uw hartslag zal aangegeven worden wanneer uw
hartslag gemeten kan worden. Voor een cor-
recte hartslagmeting, houd u de contactpunten
ongeveer 15 seconden vast.
Als uw hartslag niet wordt weergegeven, zorgt
u ervoor dat uw handen zich op de juiste plaats
bevinden zoals aangegeven. Zorg ervoor dat u uw
handen niet te veel beweegt en houd de con-
tactpunten ook niet te strak vast. Voor de beste
werking, maakt u de contactpunten schoon met
een zacht doek; gebruik nooit alcohol, schuur-
of chemische middelen om de contactpunten
schoon te maken.
6. Het bedieningspaneel gaat automatisch uit
wanneer u klaar bent met uw training.
Indien de pedalen enkele seconden lang niet
bewegen is een serie tonen te horen, het bedien-
ingspaneel zal stilvallen en de tijd zal op de display
opflikkeren.
Na een paar minuten zal het bedieningspaneel
uitgaan en zal de display zich resetten.
EEN VOORAF INGESTELDE OEFENING
GEBRUIKEN
1. Het bedieningspaneel aanzetten.
Druk om het bedieningspaneel in te schakelen op
een willekeurige toets of begin gewoon te trappen.
De display zal, wanneer u het bedieningspaneel
inschakelt, aangaan. U zult een (piep)toon horen
en het bedieningspaneel is dan klaar voor gebruik.
2. Selecteer een vooraf ingestelde oefening.
Voor het selecteren van een
vooraf ingestelde oefen-
ing drukt u op de toets 9
Wt. Loss (afvallen) of de
toets 9 Perform. Workouts
(presterenoefeningen)
herhaaldelijk tot het nummer
van de gewenste oefening
verschijnt in de display.
Een profiel van de weer-
standsinstellingen van de
oefening zal, wanneer u een vooraf ingestelde
oefening kiest, langs de bovenste display lopen,
de tijdsduur van de oefening zal op het middelste
display verschijnen en het nummer van de oefen-
ing zal op de onderste display verschijnen.
3. Begin te fietsen om de oefening te starten.
Elk oefening is onderverdeeld in segmenten van 1
minuut. Er is één weerstandsinstelling en één snel-
heidsinstelling voor elk segment geprogrammeerd.
Aandacht: dezelfde weerstands- en/of snelheidsin-
stelling kan voor opeenvolgende segmenten
geprogrammeerd worden.
Tijdens de oefening zal het oefeningprofiel uw
vooruitgang laten zien (zie de tekening hierboven).
De knipperende balk van het profiel stelt het
huidige oefeningsegment voor. De hoogte van het
knipperende segment geeft de weerstand van het
huidige segment aan.
Aan het einde van elke segment van de oefen-
ing, zult u een aantal tonen horen en het volgende
segment zal beginnen te flikkeren. Als een verschil-
lend weerstandniveau voor het volgende segment
geprogrammeerd is, dan zal het weerstandniveau
enkele seconden op de display verschijnen om u
te waarschuwen. De weerstand van de pedalen zal
dan veranderen.
Contactpunten
Profiel