18
HOE EEN VOORAFINGESTELD OEFENPRO-
GRAMMA TE GEBRUIKEN
1. Steek de sleutel in het bedieningspaneel.
Zie HOE HET APPARAAT AAN TE ZETTEN op
pagina 16.
2. Kies een van de zes voorafingestelde oefenin-
gen.
Om een
voorafïngestelde oefen-
ing te kiezen moet u her-
haaldelijk op de
[TRAINER
WORKOUTS] toets of
de [CROSSWALK WORKOUTS] toets drukken; “P
1,” “P 2,” “P 3,” “P 4,” “P 5,” of “P 6” zal een paar
seconden lang in de bovenste display verschijnen.
De maximum snelheidsinstelling, de maximum
hellinginstelling en duur van de gekozen oefening
verschijnen een paar seconden lang in de displays.
Bovendien zal er een profiel van de snelheidsin-
stellingen van de oefening langs de display lopen.
Elke oefening is verdeeld in 30 segmenten van
ieder 1-minuut. Er is één hellinginstelling en één
snelheidinstelling geprogrammeerd voor elk seg-
ment. Let op: Dezelfde snelheid- en hellingsin-
stelling kunnen worden geprogrammeerd voor
opeenvolgende segmenten.
3. Start de loopband.
Druk op de Starttoets [START] of de
Snelheidstoenametoets [SPEED] om met de oefen-
ing te beginnen. Even nadat u op de toets heeft
gedrukt, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de eerste snelheid- en hellingsin-
stelling van de oefening. Houd de handleuningen
vast en begin met lopen.
Tijdens het oefenpro-
gramma, wordt uw
profiel weergegeven
zodat u uw vorderingen
kunt volgen. Het
flikkerende segment van
het profiel stelt het huidige oefeningsegment voor.
De hoogte van het flikkerende segment geeft de
snelheidsinstellingen voor het huidige segment
weer. Aan het einde van elk segment, zal er een
serie geluiden te horen zijn en het volgende seg-
ment van het profiel begint dan te knipperen. Als
een andere snelheid- of hellinginstelling is gepro-
grammeerd voor het volgende segment, dan zal de
snelheid- of hellinginstelling in het display knip-
peren om u te waarschuwen.
De oefening gaat op deze wijze door tot het laatste
segment van het profiel in de display knippert en
het laatste segment eindigt. De loopband zal ver-
tragen en tot stilstand komen.
U zult, wanneer u een crosswalk oefening heeft
gekozen, opgeroepen worden om de crosswalk
armen te gebruiken. Beweeg, wanneer de cross-
walk indicator op de display gaat branden, de
crosswalk armen naar voren en naar achteren ter-
wijl u op de loopband loopt. U zult zo uw armen,
schouders, en rug trainen in een oefening voor het
hele lichaam.
Indien de snelheid- of hellinginstelling tijdens de
oefening te hoog of te laag staat, dan kunt u de in-
stelling handmatig overschrijven door op de
Snelheid- en Hellingtoetsen [INCLINE] te drukken,
als het volgende segment van de oefening be-
gint, dan zal echter de loopband zich automa-
tisch aanpassen aan de snelheid- en hellingin-
stellingen van dat segment.
Om op elk mogelijk ogenblik met de oefening te
stoppen drukt u op de Stoptoets [STOP]. Om de
oefening weer te starten, drukt u op de Starttoets of
op de Snelheidstoenametoets. De loopband begint
met ongeveer een snelheid van 2 Km/u [KM/H] te
draaien. Als het volgende segment van de oefening
begint, zal de loopband zich automatisch aan-
passen aan de snelheid- en hellinginstellingen voor
dat segment.
4. De hellingstand van de loopband veranderen
zoals gewenst.
Zie stap 4 op pagina 16.
5. Volg uw vordering op de piste en de displays.
Zie stap 5 op pagina 16 en 17.
6. Meet uw hartslag als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 17.
7. Zet de ventilator indien gewenst aan.
Zie stap 7 op pagina 17.
8. Haal de sleutel uit het bedieningspaneel wan-
neer u klaar bent met uw oefening.
Zie stap 8 op pagina 17.
Oefeningsegment