Protector WA-5, Operating Instructions Manual

NEDERLANDS  |    WA-5 

23

INSTELLINGEN

Functieschakelaar

 (11)

Met deze schuifschakelaar stelt u in of een aangeslo-
ten apparaat IN of UIT geschakeld moet worden. 
Schuif de schakelaar in de stand UIT (doorgestreepte 
contactdoos) om een aangesloten apparaat uit te 
schakelen, zodra de sensor-elektroden (9) met water 
in contact komen. Als de schakelaar in de stand IN 
staat, dan schakelt de watermelder het aangesloten 
apparaat in.

Alarm-volume-schakelaar 

(10)

Met deze schakelaar kunt u het volume van het 
alarmsignaal instellen (3 niveaus). MAX is het 
hoogste volume, MIN is het laagste volume.

RESET-knop

 (3)

Door even op de RESET-knop te drukken kunt u de 
watermelder resetten nadat er water is gedetecteerd.

STORINGEN

Het alarmsignaal kan met de RESET-knop 
niet worden uitgeschakeld

Als het alarmsignaal met deze knop niet uitgescha-
keld kan worden, dan wordt er nog steeds water 
gedetecteerd. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren wanne-
er er water in de sensor is binnengedrongen. Haal in 
dit geval de watermelder uit het stopcontact en laat 
de sensor drogen. U kunt de sensor ook demonteren 
en daarna met een droge doek drogen.

MONTAGE

Open de sensor door de schroef (7) te verwijderen. 
Aan de achterkant van de sensor bevindt zich een 
gaatje (13), daarmee kan de sensor met een 
schroefje op de gewenste plek worden bevestigd. 
Kies een plek uit waar eventueel optredend water 
zo snel mogelijk kan worden gedetecteerd. De twee 
sensor-elektroden (9) mogen daarbij net niet in 
aanraking komen met de vloer.  

Lengte van de sensorkabel aanpassen

(afb. 2 + 3)

OPMERKING

: Haal de watermelder uit het 

stopcontact voordat u de kabel korter gaat maken.

Als de sensorkabel te lang is, dan kunt u de kabel 
eventueel inkorten. Daartoe heeft u nodig: de 
meegeleverde ringkabelschoenen, een kleine 
kruiskopschroevendraaier en een tang (bijv. een 
combinatietang).

Draai eerst met de schroevendraaier de behuizing-
schroef (7) los en verwijder de afdekking van de 
sensor. Nu zijn de twee elektroden-schroeven zicht-
baar. Schroef deze ook los. Let op: de elektroden 
laten daardoor ook los.

Knip de kabel door met de tang. NB: let op dat 
u de kabel niet te kort maakt. Verwijder aan het 
afgeknipte einde van de kabel ca. 15 mm van de 
buitenste isolatie en ca. 5 mm van de aderisolatie. 
Steek de twee gestripte aders in de ringkabelschoe-
nen en knijp vervolgens met de tang het achterste 
deel van de ringkabelschoenen plat. Eventueel kunt 
u de aders in de kabelschoenen ook vast solderen.