•
Verwijder het hulpstuk om het vuur te doven en controleer of het vuur
gedoofd is. Bij twijfel: herhaal stap 1 en 2 van het doven van het vuur.
Waarschuwing: Het toestel kan nog steeds zeer heet zijn!
Belangrijke opmerkingen:
•
De brandstof moet op een brandveilige plaats bewaard worden Controleer
de nationale regelgevingen in verband met veilig bewaren van brandstoffen.
Verzeker in elk geval dat de brandstof zich op een afstand van meer dan 2
meter van het brandende of hete toestel bevindt.
•
Verzeker dat er zich geschikte brandblusapparatuur in de buurt van het toe-
stel bevindt. Bij twijfel: controleer bij de plaatselijke brandweerafdeling voor
de geschikte brandblusapparatuur.
Mogelijk geschikte brandblusapparaten zijn van klasse B en gebruiken:
•
AFFF: Aqua Fluid Film Foam brandblusapparaten
•
AR-AFFF: (Alcohol-Resistant Aqueous Film Forming Foam) brandblusapparaat
•
CO
2
: Koolstofdioxide
NOOIT met water blussen!
•
Bescherm het toestel tegen wind en tocht in een tochtige omgeving.
•
Niet verplaatsen.
•
Bekijk de lokale wetgeving.
•
Enkel buitenshuis gebruiken. Verzeker dat wanneer u het toestel toeval-
lig binnenshuis gebruikt dit enkel gebeurt in een goed geventileerde kamer
(25% van de muren moeten open zijn en >60 m³).
•
Installer het toestel enkel op een stevige vloer of tafel gemaakt uit niet
brandbaar materiaal.
•
Houd het toestel steeds verder dan 1 meter verwijderd van ontvlambare
materialen.
•
Wijzig de samenstelling van het toestel niet!
•
Gebruik enkel door de fabrikant goedgekeurde reserve onderdelen.
•
Bij het controleren van een slechte werking of bij twijfel: doof het vuur door
gebruik te maken van het hulpstuk voor het doven of door middel van een
brandblusapparaat.
•
Dit toestel is NIET geschikt voor ononderbroken werking.
•
Laat het toestel nooit onbeheerd achter wanneer het in werking is!
•
Laat het toestel nooit onbeheerd achter wanneer het vuur aan is!
•
Gebruik enkel het type brandstof dat door de fabrikant wordt gespecificeerd
in deze gebruiksaanwijzing.
Het vuur ontsteken
Na het vullen: ontsteek het toestel met een daarvoor geschikte aansteker en ver-
zeker dat:
•
Het ontsteken kan gebeuren op een afstand van 14 cm of meer van de bran-
deropening.
•
De aanwezigheid van een vlam kan gecontroleerd worden tijdens het ontste-
ken.
32
1