Het programma P1 kan worden aangepast (zie de instructies in paragraaf 6.2.6.).
De temperaturen instellen (geldig voor alle programma's):
- Kies de Comfort-modus en stel de relevante temperatuur in.
- Kies de Eco-modus en stel de relevante temperatuur in.
- Kies het gewenste programma P1.
Let op
: Indien u programma P1 kiest en nog nooit de huidige tijd en datum heeft ingesteld, schakelt het apparaat
automatisch in de regelingsmodus (zie paragraaf 6.2.5.).
6.2.3.2 De schakeldraad gebruiken
Als een aansluitkabel zonder stekker wordt geleverd, kan de radiator ook via speciale programmeringsunits worden
geregeld.
De comforttemperatuur die in de Schakeldraad-modus wordt gebruikt, kan worden ingesteld (zoals reeds toegelicht voor de
vooraf ingestelde programma's) door ee
rst met de “M”-knop naar de Comfort-modus te gaan en vervolgens de vereiste
waarde met de “+”- en “-”-knoppen te kiezen.
Let op: In de Schakeldraad-modus is de Eco-temperatuur altijd gelijk aan de Comfort-temperatuur minus 3,5 °C.
6.2.4 De temperaturen instellen
De radiator wordt gekenmerkt door 2
referentietemperaturen, comfort en eco,
die
onafhankelijk
kunnen
worden
ingesteld.
►
Rechts op het display beweegt een pijl
langs een schaal van groen naar rood.
Deze
geeft
aan
in
hoeverre
de
temperatuur verschilt van de aanbevolen
waarde van 19 °C.
De vooraf ingestelde comforttemperatuur
is 19 °C en kan met de “+”- of “-”-knop
worden gewijzigd.
Indien de comforttemperatuur wordt
ingesteld op een waarde die lager is dan
de
eco-temperatuur,
wordt
laatstgenoemde automatisch gereset op
de comfortwaarde - 0,5 °C.
De vooraf ingestelde eco-temperatuur is
15,5 °C
en kan met de “+”- of “-”-knop
worden gewijzigd.
Het aanbevolen verschil tussen de
comfort- en eco-temperatuur is 3,5 °C.
Als het ingestelde verschil afwijkt van de
voorgestelde waarde, verandert het eco-
symbool als volgt:
→
De maximale waarde die voor de eco-
temperatuur kan worden ingesteld, is
gelijk aan de comforttemperatuur - 0,5
°C.
Indien de kamertemperatuur lager is dan de gewenste en weergegeven temperatuur, verschijnt de verwarmingsindicator
op het display.
6.2.5 De dag en tijd instellen
De dag en tijd worden ingesteld om
gebruik te kunnen maken van de drie
vooraf ingestelde programma's. Houd
hiervoor de modusknop ingedrukt.
De in te stellen dag begint te knipperen
(1 = maandag). Druk
op de “+”- of “-”-
knop om deze te wijzigen.
Summary of Contents for ICON 10
Page 103: ......
Page 104: ...ISICO002_R2...