3 AFSTELLINGEN
NL-12
3.8
NEUTRAALSTAND-SENSORSCHAKELAAR ____________________________________
De neutraalstand-sensorschakelaar maakt deel uit van
het back-up systeem van de bestuurder en is ontworpen
om starten van de tractor te voorkomen tenzij de
tractiepedaal in de neutraalstand staat. Als de schakelaar
niet werkt of verkeerd is afgesteld, start de tractor niet.
1.
Zorg ervoor dat de drijfpomp en tractiepedaal-
verbinding tot neutraal zijn afgesteld - secties 3.7 en
3.11.
2.
Positioneer de schakelaar zodanig dat de wijzer (A)
op de activeringsplaat boven het sensorgedeelte op
de schakelaar is gecentreerd.
3.
Stel de schakelaar zodanig bij dat de opening
tussen het sensorgedeelte op de schakelaar en het
wijzereind tussen 1,5 - 3 mm is. Zet de schakelaar
in deze stand vast.
4.
Na afstelling moet de werking van het back-up
systeem worden gecontroleerd.
Afb. 3I
3.9
SENSORISCHE RIJSCHAKELAAR ___________________________________________
De sensorische rijschakelaar zorgt ervoor dat de tractor
uitsluitend in vierwielaandrijving kan worden bediend
wanneer de tractiepedaal in de vooruitstand staat. Bij
achteruitrijden opent de schakelaar en keert de tractor
terug naar tweewielaandrijving. Indien de
vierwielaandrijving niet functioneert, controleer dan de
afstelling en werking van de sensorschakelaar.
1.
Zorg ervoor dat de aandrijfpomp, tractiepedaal-
verbinding en neutraalstand-sensorschakelaar tot
neutraal zijn afgesteld - secties 3.7, 3.11 en 3.8.
2.
Stel de schakelaar zodanig bij dat de opening
tussen het sensorgedeelte op de schakelaar en de
rand van de activeringsplaat tussen 1,5 - 3 mm is.
3.
Maak de schakelaar los van de bedradingsbundel
en sluit een doorgangsmeter tussen de schake-
laardraden (B) aan. Terwijl de tractiepedaal in de
neutraalstand staat dient de schakelaar te worden
teruggeschoven totdat hij opent en naar voren totdat
hij sluit. Zet de schakelaar in deze positie vast.
4.
Met de doorgangsmeter nog steeds bevestigd, dient
de afstelling te worden gecontroleerd door de
tractiepedaal in te drukken.
Schakelaar gesloten - tractiepedaal in
neutraalstand en tijdens het volledige voorwaartse
bereik van de pedaal.
Schakelaar gesloten - tijdens het volledige
achterwaartse bereik van de pedaal.
5.
Verbind de schakelaar weer met de bedradings-
bundel en controleer de werking van de vierwielaan-
drijving.
Afb. 3J
A
1,5 - 3 mm
HR010
B
1,5 - 3 mm
HR012
Summary of Contents for HR 9016 Turbo
Page 31: ......
Page 161: ...SOLUZIONE DEI PROBLEMI 5 I 33...
Page 162: ......
Page 280: ......
Page 281: ......