114
4WD MonsterTruck Destroyer XXL 1:8 No. 3 58 10
e) Schakelmoment van de 2-versnellingsbak instellen
Functie van de 2-versnellingsbak
Op de koppelingsklok zitten er twee rondsels met een verschillend aantal tanden vastgeschroefd. De twee hoofdtandwielen aan de
centrifugaalkoppeling
zijn via een
vrijlooplager
met elkaar verbonden.
Het schakelmoment is afhankelijk van het toerental.
In de eerste schakelstand wordt het motortoerental van het kleinere rondsel op de koppelingsklok overgebracht naar het grotere tandwiel aan de aandrijving,
het tandwiel voor de tweede schakelstand draait stationair mee.
Bij hoge toerentallen zorgt de middelpuntvliedende kracht ervoor dat de hendel van de centrifugaalkoppeling tegen een veerweerstand naar buiten getrok-
ken wordt en in de meenemer op het tandwiel van de tweede schakelstand pakt. Het motortoerental wordt nu van het grotere rondsel op de koppelingsklok
overgedragen op het kleinere tandwiel in de aandrijving, het tandwiel van de eerste schakelstand draait na via het vrijlooplager.
De veerweerstand van de centrifugaalkoppeling en dus het schakelmoment kan met een stifttap (2 mm inbus) ingesteld worden.
Plaats het voertuig zo dat de wielen vrij kunnen draaien.
Draai de hoofdtandwielen van de -versnellingsbak tot u de opening in de afdekking van de -versnellingsbak kunt zien.
De stifttap is te bereiken via de rechterkant.
Schroef indraaien
De voorspanning van de veer wordt verhoogd.
Er is een hoger toerental nodig om de meenemer te laten pakken.
De versnellingsbak schakelt later.
Schroef uitdraaien
De voorspanning van de veer wordt kleiner.
Er is een kleiner toerental nodig om de meenemer te laten pakken.
De versnellingsbak schakelt vroeger.
Als u beginneling bent en problemen met de rijsnelheid heeft, dan raden wij aan om het schakelmoment zo ver naar achteren te leggen
dat het voertuig helemaal niet naar de tweede versnelling schakelt.
f) Programmering van de Fail-Safe
In de Fail-Safe kan een bepaalde stand van een aangesloten servo worden opgeslagen, die bij het uitvallen van een zendersignaal of als de span-
ning van de ontvanger te laag wordt, wordt aangenomen.
De Fail-Safe wordt tussen de servo-aansluiting van de ontvanger en een servo opgenomen. Let
op de juiste aansluiting.
Schakelt de voeding van de zender in, en nadien die van de ontvanger. De LED op de Fail-Safe
knippert regelmatig kort op, wat wijst op de correcte werking.
Verplaats de servo met de zender in de stand, waarnaar de Fail-Safe moet gaan, als het zender-
signaal zou uitvallen (dit kan bijv. de motorvrijloopstand zijn voor een gas-servo, of een bepaalde
stand voor de hoogteroer-servo).
Druk kort op de toets van de Fail-Safe. De actuele stand van de aangesloten servo wordt opges-
lagen.
De Fail-Safe heeft nu twee verschillende functies:
Uitvallen van het zendersignaal
Bij het uitvallen van het zendersignaal stuurt de Fail-Safe de aangesloten servo naar de door u geprogrammeerde stand.
De LED op de Fail-Safe licht continu op.
Zodra er terug een zendersignaal wordt herkend, kan de servo opnieuw zoals gewoonlijk met de servo worden bewogen/gestuurd.
Laagspanningsbescherming
Bij een te lage ontvangerspanning (bij spanningen van bijv. lager dan 4V) gaat de Fail-Safe eveneens naar de door u geprogrammeerde stand, voor
zover de energie nog volstaat (resp. de voeding van de ontvanger niet plots uitvalt).
De LED knippert in dit geval anders (in de plaats van korte rode knipperimpulsen met lange pauzes zijn er nu lange rode knipperimpulsen met korte
pauzes zichtbaar).
De Fail-Safe-stand wordt niet meer verlaten, ook niet, als de spanning van de ontvangerbatterij wat zou toenemen.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Summary of Contents for 23 58 10
Page 122: ...121 REELY 12 08 121 121 ...
Page 123: ...122 4WD MonsterTruck Destroyer XXL 1 8 No 23 58 10 ...
Page 124: ...123 REELY 12 08 123 123 ...