92
16. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Hieronder vindt u een overzicht met manieren om eventuele problemen zelf op te lossen.
Probleem
Het model reageert niet
Het voertuig blijft niet staan als de
bedienhendel voor de rijfunctie
losgelaten wordt.
Het rechtuitrijden klopt niet.
De besturing of rijbewegingen zijn
tegengesteld t.o.v. de bewegingen
van het draaiwiel en de gashendel
van de zender
Het voertuig wordt trager resp. de
stuurservo vertoont maar weinig
reactie
Onvoorziene reacties van het
voertuig, aandrijving resp. servo’s
lopen aan zonder reden, de sturing
werkt niet goed
Remedie
• Accupack van het voertuig controleren.
• Accu’s/batterijen in de zender controleren.
• Controleer de aansluiting van het accupack.
• Aan/uit-schakelaar van het voertuig en de zender controleren.
• Kristallen controleren (dezelfde frequentie, zend-/ontvangstkristal
correct geplaatst?).
• De kristallen vervangen door een ander kanaal.
• Stel met behulp van de trimming op de zender de neutrale stand
voor de rijdfunctie juist in.
• Stel met behulp van de trimming op de zender de stuurfunctie
correct in.
• Controleer de stuurstang.
• Controleer de speling van de besturing en wielophanging en
vervang eventueel de versleten onderdelen.
• Controleer de servo reverse-functies van de zender en verander
haar eventueel.
• Accupack van het voertuig controleren.
• Zendantenne volledig uittrekken.
• Antenne van de ontvanger afwikkelen en correct leggen (in
verticaal gemonteerde antennebuisjes).
• Accu’s/batterijen in de zender controleren.
• Accupack van het voertuig controleren.
• Kristallen controleren (dezelfde frequentie, zend-/ontvangstkristal
correct geplaatst?).
• De kristallen vervangen door een ander kanaal.
• De afstand tussen het voertuig en de zender is te klein resp. te
groot.