101
k) Sturen van het voertuig
Bedien de gas/remhendel voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel tot u
vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening.
Maak geen plotselinge of snelle bewegingen met de bedieningselementen van de zender.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trimming voor de besturing op de zender
bijstellen (trimregelaar "ST.TRIM", zie afbeelding 1, pos. 7).
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden, dient de gas/remhendel zich kort (ca. 1 seconden) in de neutraalstand
te bevinden. (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gas/remhendel direct zonder pauze van vooruit-
naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig rijdt NIET achteruit).
Voorbeelden:
1. Gas/remhendel loslaten, voertuig rolt uit (of beweegt zich niet), hendel bevindt zich in de neutrale stand
2. Vooruit rijden, gas/remhendel in de richting van de greep trekken
3. Vooruit rijden en dan remmen (het voertuig vertraagt; loopt niet langzaam uit), de gas/remhendel zonder pauze
van de greep wegschuiven
4. Vooruit rijden en dan achteruit rijden (tussen de wissel kort wachten en de hendel in de neutrale stand laten
staan!)
Kort wachten
Wanneer de neutrale stand niet juist is (vb. trimregelaar licht verplaatst), dan kan er niet tussen vooruit en
achteruit rijden worden gewisseld. Als dit probleem zich bij u voordoet, dan corrigeert u de instelling van de
trimregelaar "TH.TRIM" of voert u een programmering van de rijreegelaar (zie hoofdstuk 11. a) uit.
¨
¨
¨
¨
¨
Summary of Contents for 23 72 40
Page 119: ...118 ...
Page 120: ...119 ...