76
c) Rijden van het voertuig
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Rijd daarom alleen
zolang u direct zichtcontact met het modelvoertuig heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
• Rijd alleen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door alcohol of medicijnen kan
verkeerde reacties tot gevolg hebben (net als bij een echt voertuig).
• Met dit modelvoertuig mag u niet op openbare straten, pleinen en wegen rijden. Gebruik het ook niet op privaat
terrein zonder de toestemming van de eigenaar.
• Rijd niet op mensen of dieren af!
• Rijd niet door nat gras, water, modder of sneeuw en als het regent. Het voertuig is noch waterdicht noch watervast.
Vochtigheid leidt niet alleen tot corrosie, maar zorgt er ook voor dat de elektronica daardoor wordt
beschadigd. Bij LiPo-accu’s kan indringend vocht tot een brand van de accu of zelfs een explosie leiden!
Het doet er dus weinig toe wanneer u een waterdichte rijregelaar en servo gebruikt, aangezien ook de
motor of de rij-accu niet vochtig of nat mogen worden!
• Vermijd het rijden bij zeer lage buitentemperaturen. Bij koud weer kan de elasticiteit van het kunststof van het
voertuig afnemen. Dan zullen ook kleine ongevallen beschadigingen aan het modelvoertuig veroorzaken.
• Rijd niet bij onweer, onder hoogspanningsleidingen of in de buurt van zendmasten.
• Laat de zender steeds ingeschakeld zolang het modelvoertuig in gebruik is. Voor het afstellen van het voertuig
schakelt u altijd eerst de rijregelaar van het voertuig af uit en ontkoppelt u vervolgens de rijaccu volledig van de
rijregelaar.
Pas nu mag de zender uitgeschakeld worden.
• Bij zwakke batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening zal de reikwijdte verminderen. Vervang de batterijen of
accu´s door nieuwe. Als de rijaccu in het voertuig zwak wordt, zal het voertuig langzamer rijden of niet meer correct
op de zender reageren.
In de regel moet de rijaccu in het voertuig niet alleen zorgen voor de stroomvoorziening van de motor via
de rijregelaar, maar wekt de rijregelaar ook de voor de werking nodige spanning/stroom voor de ontvanger
en de stuurservo op.
In de meeste rijregelaars voor elektrische voertuigen is in de rijregelaar een BEC (Engels “Battery Eliminator
Circuit”, elektronische schakeling voor directe stroomvoorziening van de ontvanger zonder extra
ontvangersaccu).
Bij te lage spanning van de rijaccu kan ook de spanning aan de ontvanger verlagen, wat ervoor zorgt dat
het voertuig niet meer op de stuurbevelen van zender regeert.
In dit geval beëindigt u het rijden onmiddellijk (rijregelaar uitschakelen, rijaccu ver van het voertuig scheiden, zender
uitschakelen). Vervang daarna de rijaccu van het voertuig of laad de rijaccu opnieuw op.
• Zowel de motor als de rijregelaar en de rij-accu van het voertuig worden warm tijdens het gebruik. Houd voor elke
vervanging van de accu een pauze van minstens 5-10 minuten. Laat de rijaccu voor een oplaadsessie volledig
afkoelen.
Raak de motor, de rijregelaar en de accu niet aan tot deze afgekoeld zijn. Verbrandingsgevaar!