79
8. In bedrijf nemen
a) Stuurservo inbouwen
In de leveringsomvang bevindt zich een U-
vormige kunststof beugel (B) waarmee u een
standaardservo (niet in de leveringsomvang,
moet afzonderlijk worden besteld) in het voertuig
kunt bevestigen.
Schroef eerst de servo (A) met 4 schroeven in
de kunststofbeugel (B) vast.
Breng een geschikte servohendel (C) aan de
servo aan. De servo moet zich daarvoor in de
middelste stand bevinden aangezien u anders
de positie van de hendel aansluitend nogmaals
moet veranderen.
Zoals in de bovenstaande afbeelding wordt
getoond, moet de servohendel (C) naar binnen
toe liggen.
Hang nu de servostang (D) in de servohendel
(C). Wanneer de stuuruitslag later te groot is,
moet de positie van de servostang in de
servohendel evt. worden veranderd.
Bevestig de kunststofbeugel met de daaraan
bevestigde servo met 4 platte schroeven in het
chassis.
Steek de servostang door de opening (E) van de
servosaver.
Voor u de servostang (D) met de stelschroef (F) vatsmaakt, moet de servo in de middelste stand staan en de servohendel
(C) juist zijn gemonteerd en vastgeschroefd.
b) Rijregelaar en ontvanger inbouwen
De rijregelaar moet tussen de motor en stuurservo worden geplaatst om een diep zwaartepunt van het voertuig te
bereiken. Bevestig de rijregelaar vb. met behulp van dubbelzijdige kleefband op het chassis.
Verbind de beide uitgangskabels van de rijregelaar met de motor. Neem steeds de gebruiksaanwijzing van het door u
gebruikte rijregelaar in acht.
De ontvanger kan op de bovenste chassisplaat worden gemonteerd. Ook hier moet dubbelzijdige kleefband worden
gebruikt. Sluit de kabel van stuurservo en rijregelaar aan het juiste kanaal van de ontvanger aan. Let op de juiste
polariteit van de stekker in de ontvanger.
Maak alle kabels met kabelbinders vast zodat deze mooi worden aangelegd en niet in de aandrijving kunnen raken.
Om storingen en ontvangstproblemen te vermijden, mogen noch de servokabel noch de ontvangerantenne met ande-
re kabels worden samengebonden.
E
F
A
B
C
D