80
6. Tips voor batterijen en accu´s
• Houd batterijen/accu´s buiten het bereik van kinderen!
• U mag batterijen/accu´s niet zomaar laten rondslingeren wegens het gevaar dat kinderen of huisdieren ze inslikken.
In dit geval dient u onmiddellijk een arts te raadplegen!
• U mag batterijen/accu´s nooit kortsluiten, demonteren of in het vuur werpen. Er is explosiegevaar!
• Lekkende of beschadigde batterijen/accu´s kunnen bij contact met de huid verwondingen veroorzaken. Draag in
zo´n geval steeds beschermende handschoenen.
• Gewone niet-oplaadbare batterijen mogen niet worden opgeladen. Er bestaat brand- en explosiegevaar! U mag
alleen accu´s opladen die hiervoor geschikt zijn. Gebruik geschikte laders.
• Let bij het plaatsen van de batterijen/accu´s en bij de aansluiting van de vaaraccu op de juiste polariteit
(plus/+ en min/-).
• Als u het product langere tijd niet gebruikt (bijv. als u het opbergt), moet u de batterijen of accu´s uit de zender
nemen om beschadigingen door lekkende batterijen/accu´s te voorkomen. Koppel de rijaccu los van de rijregelaar.
Laad de accu´s ongeveer om de 3 maanden op, aangezien anders door zelfontlading een zogeheten diepontlading
kan optreden waardoor de accu´s onbruikbaar worden.
• Wissel steeds de hele reeks batterijen, resp. accu’s in de zender. U mag geen volle en halfvolle batterijen of accu’s
door elkaar gebruiken. Gebruik steeds batterijen of accu´s van hetzelfde type en dezelfde fabrikant.
• U mag nooit batterijen en accu´s door elkaar gebruiken! Gebruik voor de zender ofwel batterijen ofwel accu´s.
U kunt voor de werking van de zender ook accu´s in plaats van batterijen gebruiken.
Door de lagere capaciteit en lagere spanning van accu´s (accu = 1.2V, batterij = 1.5V) zal het product wel
een kortere bedrijfsduur hebben. Maar dit speelt normaal gezien geen rol aangezien de bedrijfsduur van
de zender veel hoger is dan die van de rijaccu in het voertuig.
Als u batterijen in de zender wilt gebruiken, raden wij aan om hoogwaardige alkalinebatterijen te gebrui-
ken.