104
Bedien de gas/remhendel voor de rijfunctie enkel heel voorzichtig en rijd in het begin niet te snel tot u
vertrouwd bent met de reacties van het voertuig op de bediening.
Maak geen plotselinge of snelle bewegingen met de bedieningselementen van de zender.
Als het voertuig de neiging heeft om naar links of rechts te trekken, moet u de trim voor de besturing overeenkomstig
instellen op de zender.
Bij het wisselen tussen vooruit- en achteruitrijden, dient de gas/remhendel zich kort (ca. 2 seconden) in de neutraalstand
te bevinden. (neutrale stand = hendel loslaten, niet bewegen). Als de gas/remhendel direct zonder pauze van vooruit-
naar achteruitrijden wordt getrokken, wordt het voertuig afgeremd (het voertuig rijdt NIET achteruit).
Wanneer de neutrale stand van de rijfunctie niet juist is (vb. trimming licht verplaatst), dan kan er niet
tussen vooruit en achteruit rijden worden gewisseld. Als dit probleem zich bij u voordoet, dan corrigeert u
de instelling van de trimming voor de rijfunctie of voert u een programmering van de rijregelaar (zie hoofdstuk
10. a) uit.
U moet het rijden onmiddellijk stopzetten als u ongewone reacties van het voertuig op de commando´s
van de afstandsbediening registreert of als het voertuig niet meer reageert.
Dit gedrag kan door een zwakke rijaccu, ontvangeraccu of batterijen/accu’s in de zender worden veroorzaakt.
Ook een samengerolde ontvangerantenne, storingen op het gebruikte zendkanaal (bv. andere modellen,
draadloze overdracht door andere apparaten), een te grote afstand tussen zender en voertuig of slechte
zend-/ontvangstomstandigheden kunnen een reden zijn voor ongewone reacties van het voertuig.
Wacht na het vervangen van de rijaccu minstens 5 - 10 minuten tot de motor en rijregelaar voldoende
afgekoeld zijn voor u opnieuw met het voertuig rijdt.
l) Rijden stopzetten
Om het rijden te stoppen, gaat u als volgt te werk:
• Laat de gas/remhendel op de zender los zodat hij in de neutrale stand staat en laat het voertuig uitbollen.
• Als het voertuig stilstaat, neemt u de carrosserie er af en zet u de rijregelaar uit.
Steek uw vingers niet in de wielen of in de aandrijving en u mag in geen geval de hendel op de gas/
remhendel voor de rijfunctie bewegen! Houd het voertuig nooit aan de wielen vast!
• Koppel de rijaccu los van de rijregelaar. Maak de stekkerverbinding volledig los.
• Schakel de ontvangervoedingsspanning uit.
• Schakel tot slot de zender uit.
Let op!
Motor, rijregelaar en accu’s worden tijdens het gebruik zeer warm! Raak deze onderdelen daarom niet
direct na het rijden aan; verbrandingsgevaar!
Summary of Contents for 234000
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...