112
i) Rijden stopzetten
Om het rijden te stoppen, gaat u als volgt te werk:
• Laat de gas/remhendel op de zender los zodat hij in de neutrale stand staat en laat het voertuig uitbollen.
• Nadat het voertuig stil staat, schakelt u de rijregelaar uit (schakelpositie zie afbeelding in hoofdstuk 9 f).
Steek uw vingers niet in de wielen of in de aandrijving en u mag in geen geval de hendel op de gas/remhen-
del voor de rijfunctie bewegen!
• Koppel de beide rijaccu‘s los van de rijregelaar. Maak de stekkerverbindingen volledig los.
• Pas nu mag de zender uitgeschakeld worden.
Let op!
Motor, rijregelaar en rijaccu‘s worden tijdens het gebruik zeer warm! Raak deze onderdelen daarom niet
direct na het rijden aan; verbrandingsgevaar!
j) Failsafe functie van de rijregelaar
De rijregelaar beschikt over een geïntegreerde failsafe-functie.
Bij uitval van het zendersignaal (of werd vergeten om de zender voor de rijregelaar in te schakelen) deactiveert de
rijregelaar uit veiligheidsoverwegingen de motor.
De LED in de rijregelaar geeft dan snelle knippersignalen weer en de motor geeft elke seconde een geluidssignaal
weer (het geluidssignaal wordt door een korte aansturing van de motor opgewekt).
Summary of Contents for 40 95 98
Page 130: ...130 ...
Page 131: ...131 ...