119
15. Verhelpen van storingen
Het modelvoertuig werd volgens de nieuwste technische inzichten vervaardigd. Er kunnen desondanks problemen of
storingen optreden. Omwille van deze reden willen wij u graag wijzen op enkele manieren om eventuele storingen op
te lossen. Neem bovendien de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Het model reageert niet of niet correct
• De rijregelaar herkent slechts in een bepaald bereik de neutrale positie van de zender. Als de trimming aan de zen
-
der te ver is opgesteld, reageert de rijregelaar uit veiligheidsoverwegingen niet. Schakel in dit geval de rijregelaar
uit en corrigeer de trimming aan de zender (trimming voor de rijfunctie in de middelste stand brengen). Schakel dan
de rijregelaar opnieuw in.
• Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger aan de zender worden aangeleerd. Deze procedure wordt vb.
met de Engelse termen „Binding“ of „Pairing“ beschreven. Het aanleren werd normaal gezien al door de fabrikant
uitgevoerd, maar kan uiteraard ook door u worden uitgevoerd. Neem daarom de afzonderlijk meegeleverde gebruik-
saanwijzing van de afstandsbediening in acht.
• Is de rijaccu van het voertuig of zijn de batterijen/accu‘s in de zender leeg? Vervang de rijaccu of batterijen/accu´s
door nieuwe.
• Afhankelijk van de gebruikte rijaccu moet het overeenkomstige accutype (vb. LiPo) worden geprogrammeerd. Naar
-
gelang het accutype gebruikt de rijregelaar de nodige onderspanningsherkenning (vb. bij een LiPo-accu schakelt de
rijregelaar de motor uit bij een accuspanning van 6,0 V (dit betekent een spanning van 3,0 V per LiPo-cel). De LED
op de rijregelaar knippert in dit geval groen op.
Bij verkeerde programmering van het accutype schakelt de rijregelaar soms te laat uit, wat tot een diepontlading van
de aangesloten accu leidt.
• Hebt u eerst de zender en aansluitend de rijregelaar ingeschakeld? Bij omgekeerde volgorde functioneert de rijre
-
gelaar om veiligheidsredenen niet.
• Is de rijaccu correct op de rijregelaar aangesloten? Controleer of de steekverbinding evt. ausgeleiert of geoxideerd
is.
• Is het voertuig te ver weg? Bij een volle rijaccu en volle batterijen/accu‘s in de zender moet een reikwijdte van
minstens 50 m mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden, vb. storingen op de zend-
frequentie of de nabijheid tot andere zenders (niet enkel afstandsbedieningszenders, maar ook WLAN-/Bluetooth-
apparaten die eveneens een zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken) tot metalen onderdelen, gebouwen, etc.
De positie van de zender- en ontvangerantenne t.o.v. elkaar heeft een sterke invloed op het bereik. Optimaal is om
zowel zender- als ontvangerantenne verticaal op te stellen. Wanneer u daarentegen de zenderantenne naar het
voertuig richt, ontstaat er slechts een zeer kort bereik!
• Test de juiste positie van de stekker van de rijregelaar en van de stuurservo in de ontvanger. Zijn de stekker 180°
omgekeerd ingestoken, dan functioneren de rijregelaar en de stuurservo niet.
Wanneer daarentegen de stekker van de rijregelaar en de stuurservo met elkaar werden gewisseld, dan stuurt de
gas-/remhendel de stuurservo en het draaiwiel de rijfunctie!
• De rijregelaar beschikt over een overtemperatuurbescherming (bij ca. +95 °C). Als deze werd geactiveerd, wacht u
tot de rijregelaar opnieuw voldoende is afgekoeld.
• Als de rijregelaar geen geldig signaal van de ontvanger ontvangt, schakelt hij uit veiligheidsoverwegingen de motor
uit. In dit geval licht de LED op de rijregelaar permanent groen op.
Summary of Contents for 49 01 27
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...