121
c) Tandflankenspeling controleren
De afstand tussen motorritsel (B) en
hoofdtandwiel (C) moet zo klein mogelijk zijn,
zonder dat daarbij de tandwielen te strak lopen.
Hoe bereikt men dit?
Maak de beide bevestigingsschroeven (A) een
klein beetje los. Schuif dan de motor met de
motorritsel met zachte druk in de richting van het
hoofdtandwiel.
Het motorrondsel en het hoofdtandwiel moeten
nu zonder speling in elkaar grijpen. Dit is echter
voor de levensduur van de tandwielen niet
optimaal!
Plaats een dun stukje papier (max. 80g-papier)
tussen het motorrondsel en hoofdtandwiel. Draai
het hoofdtandwiel zodat het stukje papier tussen
beide tandwielen wordt getrokken.
Door de druk van het papier wordt de elektromotor zo ver als nodig teruggeduwd.
Draai nu in deze positie de bevestigingsschroeven van de motor weer vast.
Als u vervolgens het hoofdtandwiel terugdraait om het strookje papier weer weg te nemen, is tussen beide tandwielen
de noodzakelijke afstand ingesteld.
In het ideale geval staat het motorritsel zo dicht mogelijk bij het hoofdtandwiel, zonder dat de tanden raken
en de tandwielen daardoor strak lopen.
Indien de tandwielen (motorritsel en hoofdtandwiel) te ver van elkaar staan, dan worden al na enkele
seconden rijden de tanden van het hoofdwiel en het motorritsel gewoon weggefreesd - verlies van garantie/
waarborg!
Als het motorritsel daarentegen tegen het hoofdtandwiel drukt (de tandwielen lopen spelingvrij), dan leidt
dit tot vermogenverlies, een hoger stroomverbruik (de motor heeft al veel kracht nodig om het hoofdtandwiel
te draaien) en voortijde slijtage van het hoofdtandwiel.
Controleer na elke rit de tandflankspeling; mogelijk kwam door het trillen ook de motor los of verplaatste die zich.
Afb. 13
A
B
C
A
Summary of Contents for C-4ZG
Page 126: ...126 ...
Page 127: ...127 ...