131
De motor start niet
• Hebt u voor het starten met de manuele pomp brandstof aangezogen?
• Werd de chocke bij het starten ingesteld (chokehendel naar beneden)?
• Werd de choke te lang gebruikt? Mogelijks is de motor verzopen.
Verwijder in dit geval de bougie. Droog de bougie met perslucht. Houd een doek over de cilinder van de motor en
trek meermaals aan de trekstarter om de overvloedige brandstof uit de brandkamer te verwijderen. Plaats de bougie
terug en start opnieuw zonder choke. Als de motor na de tiende poging nog altijd niet aanslaat, dan probeert u het
proces nogmaals met geactiveerde choke.
• Is de elektrodenafstand van de bougie correct (richtwaarde: 0,7 mm)?
• Is de bougie al langer in gebruik en eventueel versleten? Bij twijfel test u het starten met een nieuwe bougie.
• Zijn alle brandstofleidingen in orde? Wordt er benzine met de manuele pomp aangezogen?
• De carburatorinstelling is verkeerd. Let op dat de carburator in de leveringstoestand reeds correct is vooringesteld,
het is daarom niet nodig om voor de eerste ingebruikname aan de instelschroeven te draaien. Pas tijdens, resp. na
het inloopproces kunnen voorzichtige wijzigingen worden uitgevoerd. Zelfs als u de instelschroeven maar een klein
beetje verdraait, heeft dit een grote invloed!
• Hebt u de correcte brandstof gebruikt? Er mag alleen een 1:25-tweetaktmengsel worden gebruikt (1 deel tweetak
-
tolie, 25 delen super- of superplusbenzine). Als olie mag uitsluitend een volledig synthetische tweetaktolie worden
gebruikt.
Het voertuig blijft niet stilstaan als de gas/remhendel op de zender losgelaten wordt
• Stel op de zender de neutrale stand voor de gas-/remfunctie juist in. Als de trimweg niet volstaat, controleert u de
positie van de servo-arm op de gas-/remservo en de schroefverbinding.
• Controleer de stang tussen gas-/remservo en carburator/rem.
• Het voertuig is te ver weg en buiten het bereik van de zender. Richt de zenderantenne nooit op het model. Dit
vermindert de reikwijdte sterk.
Programmeer de failsafe correct, let op de gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening.
Voertuig wordt langzamer
• De aandrijving is door bladeren, gras, etc. geblokkeerd.
• De carburator is te arm ingesteld (motor heeft onvoldoende vermogen en is mogelijks oververhit). Stel de carbura
-
teur rijker in.
• Het luchtfilter is sterk vervuild. Daardoor is de carburateurinstelling te rijk (motor hort en komt niet of slechts heel
langzaam op toeren). Reinig of vervang het luchtfilter. Denk eraan om de luchtfilter vervolgens opnieuw met lucht
-
filterolie in te smeren zodat de motor tegen kleine stofpartikels wordt beschermd.
• De koppeling is oververhit (of versleten) omdat er te lang in het gedeeltelijk belastingsbereik werd gereden.
De servo‘s tonen enkel nog geringe of helemaal geen reactie; de reikwijdte tussen de zender en het voertuig
is enkel zeer kort
• Is de ontvangeraccu zwak of leeg? Laad de ontvangeraccu op of vervang deze door een nieuwe, volledig opgeladen
accu.
Summary of Contents for 1326247
Page 134: ...134 ...
Page 135: ...135 ...