97
c) Wiel vervangen
De banden zijn op de velg vastgekleefd opdat ze niet van
de velg kunnen worden losgemaakt. Wanneer de banden
zijn afgereden, moet daarom het gehele wiel worden ver-
vangen.
Na het losmaken van de wielmoer (B) trekt u het wiel van
de wielas (D) af.
Aansluitend wordt het nieuwe wiel geplaatst zodat de
inbus binnen aan de velg precies op de wielmeenemer-
moer (A) steekt.
Schroef het wiel met bij het begin verwijderde wielmoer
(B) op de wielas vast. Gebruik echter bij het vastschroe-
ven geen geweld aangezien anders het wiel maar moeilijk
draait, waardoor de aandrijving kan worden beschadigd.
Let bovendien op de juiste opstelling van de wielmoeren
(B) tijdens het vastschroeven. Het wielmoer is een zgn.
stopmoer; de kunststof ring in de stopmoer moet naar
boven wijzen.
Mogelijkerwijze biedt de wielmeenemermoer (A) bij het
verwijderen van het achterwiel in de velg steken of lost ze
zich van de wielas (D). Let er dan op dat de meeneempen
(C) niet uitvalt of verloren gaat.
Wanneer later het wiel opnieuw wordt gemonteerd, moet
er absoluut worden gecontroleerd dat de meeneempen
(C) precies in het midden van de wielas (D) steekt in
de overeenkomstige bout in de wielmeenemermoer (A)
steekt.
Bij een ontbrekende meenemerstift (C) kan er geen draai-
moment van de motor op het wiel worden overgedragen;
het wiel draait vrij door.
A
B
D
C
A
B
C
D
Summary of Contents for 1400039
Page 102: ...102 ...
Page 103: ...103 ...