142
i) Racecopter intrimmen
Stel hiervoor de zender en vervolgens de ontvanger in werking. Schakel de motoren vrij (pitch-knuppel naar beneden
rechts en houd deze positie 3 seconden aan).
Schuif nu de pitch-knuppel van de onderste stand (motoren uit) voorzichtig naar voren tot de racecopter opstijgt en
zweeft. Kijk naar het vlieggedrag van uw model en wijzig de trimming indien het model in een richting wil bewegen
waarin u de zender niet hebt gestuurd.
Giertrimming
Wanneer de racecopter zich van bovenaf gezien naar
rechts wil draaien, neemt u toerental terug tot de race-
copter opnieuw veilig op het landingsgestel staat. Druk
nu meermaals op de trimtoets voor de gierfunctie (zie
afbeelding 19) in de linkse richting.
Duw vervolgens de pitchknuppel weer voorzichtig naar
voren en controleer of de correctie voldoende was. Her-
haal de procedure zo vaak tot het model geen afwijking
meer heeft om naar rechts te draaien.
Als de racecopter zich van bovenaf gezien naar links
draait, activeert u de trimtoets voor de gierfunctie in de
rechtse richting. Iedere druk op de toets wordt met een
korte signaaltoon bevestigd.
Als de knop wordt ingedrukt en vastgehouden, geeft de
afstandsbediening snel op elkaar volgende geluidssig-
nalen weer. Als het einde van het trimbereik is bereikt,
doven de geluidssignalen uit. Bij het terugtrimmen wordt
de middelste positie door een langer geluidssignaal
akoestisch weergegeven.
Rolltrimming
Wanneer de racecopter zijdelings naar rechts drijft of
kantelt, neemt u toerental terug tot de racecopter op-
nieuw veilig op het landingsgestel staat. Druk nu meer-
maals op de trimtoets voor de rollfunctie (zie afbeelding
20) in de linkse richting.
Duw vervolgens de pitchknuppel weer voorzichtig naar
voren en controleer of de correctie voldoende was. Her-
haal de procedure zo vaak tot het model geen afwijking
meer heeft om naar rechts te driften.
Als de racecopter zijdelings naar links drijft, dan drukt u
de trimtoets voor de rollfunctie naar rechts.
Afbeelding 19
Afbeelding 20