137
d) Aansluiten van de vliegaccu
Beweeg de stuurknuppel voor de pitch- en gierfunctie (zie ook afbeelding 2, pos. 15) in de onderste stand en de
schakelaar (afbeelding 2, pos. 3) in de bovenste stand en schakel de zender met de aan-/uitschakelaar in. Stel de
racecopter op een horizontale, effen ondergrond.
Verbind daarna de tegen ompolen beveiligde aanslui-
ting (1) van de racecopter met de connector van de
vliegaccu.
De LED-stroken (1, 2) aan de onderkant van de race-
copter lichten permanent op nadat de accu is verbon-
den.
Om de positie van de racecopter in de lucht goed te
herkennen, licht de LED-strook aan de voorzijde "rood"
op en de LED-strook aan de achterzijde van de race-
copter "wit".
Onmiddellijk na het aansluiten van de accu voert de
elektronica in de racecopter gedurende ca. 5 seconden
een interne synchronisering (initialisering) uit. Tijdens
deze periode flikkert de blauwe LED in de vliegbestu
-
ring zeer snel, de racecopter mag daarbij niet worden
bewogen of gedraaid.
Als de initialisering is afgesloten, knippert de blauwe
LED duidelijk langzamer (ca. 2 Hz). De racecopter is
nu startklaar.
Afbeelding 10
Afbeelding 11
Afbeelding 12
1
2
1