139
10. Ingebruikname
a) Antennekabel van de ontvanger aanleggen
Als de antennekabel bij levering van het voertuig zich ter bescherming evt. in het accuvak bevindt, trekt u het voor-
zichtig uit. Steek de antennekabel in het meegeleverde antennebuisje en maakt het via de kabelbinders aan de zijkant
aan de overrolbeugel vast.
Let ook goed op dat de antennekabel niet wordt beschadigd.
Kort de antennekabel nooit in! Kort de antennekabel nooit in! Dit vermindert de reikwijdte heel sterk.
b) Montage van de cockpitbekledingen
Indien gewenst, kunt u de twee cockpitbekledingen (A)
aan de linker- en rechterzijde van de overrolbeugel met
telkens 5 schroeven bevestigen.
Trek vooraf de beschermfolie van de cockpitbekledingen
af.
c) Zender in bedrijf nemen
Zie hoofdstuk 9.
Schakel de zender in en controleer de LED's. Bij volle batterijen lichten beide LED's op.
Bij zwakke batterijen knippert de groene LED, bij lege batterijen knipperen/flikkeren beide LED's. Vervang in dit geval
de batterijen door nieuwe.
Draai de trimregelaar "ST.D/R" voor de Dualrate-functie helemaal naar rechts in de richting van de wijzers van de klok.
d) Rijaccu plaatsen en aansluiten
Let op!
Neem eerst de zender in gebruik.
Belangrijk!
Dit voertuig is uitsluitend geschikt voor een LiPo-rijaccu met 2 cellen (nominale spanning 7,4 V) of met
3 cellen (nominale spanning 11,1 V).
Bij gebruik van een rijaccu met meer cellen bestaat brandgevaar door oververhitting van de rijregelaar,
bovendien wordt de aandrijving van het voertuig overbelast en daardoor beschadigd (vb. hoofdtandwiel,
differentieel). Verlies van waarborg/garantie!
De aansluiting van een NiMH-accu met 6 - 9 cellen is evenwel mogelijk, maar is omwille van de hoge
stroomopname van het voertuig niet aangewezen.
Summary of Contents for 1408946
Page 162: ...162 ...
Page 163: ...163 ...