125
• Plaats het laadapparaat en de accu op een hittebestendig, onbrandbaar oppervlak.
• Laadapparaat en accu´s worden warm tijdens het opladen. Houd daarom tussen laadapparaat en accu voldoende
afstand. Leg de accu nooit op het laadapparaat. Dek het laadapparaat en de accu nooit af. U mag het laadapparaat
en de accu niet aan hoge/lage temperaturen en direct zonlicht blootstellen.
• U mag accu’s nooit onbewaakt laten tijdens het opladen.
• Gebruik nooit een te hoge laadstroom; let op de informatie van de fabrikant voor de ideale, resp. maximale laad
-
stroom.
• Koppel de accu los van het laadapparaat als de accu volledig opgeladen is.
• Laadapparaten en accu’s mogen niet vochtig of nat worden. Er is levensgevaar door een elektrische schok, boven
-
dien is er brand- en explosiegevaar door de accu!
• Voordat de accu op te laden dient u de gebruikshandleiding van het door u gebruikte laadapparaat in acht te nemen.
b) Ontvangeraccu
• Gebruik als stroomtoevoer voor de ontvanger en beide servo's een 5-cellig NiMH-hump-accupack (nominale span
-
ning 6,0 V, capaciteit min. 1300 mAh aangewezen, met BEC-aansluiting).
Traditionele batterijen kunnen geen hoge stroom leveren, zoals vb. voor de stuurservo nodig is. Gebruik daarom
voor de stroomverzorging van ontvanger en servo's nooit batterijen.
• Ontkoppel de ontvangeraccu voor het opladen van de ontvanger en verwijder deze uit de accubox van het voertuig.
Summary of Contents for 1456608
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...