76
10. Ingebruikname
a) Carrosserie verwijderen
Trek de borgclips aan de bovenkant van het voertuig eruit en verwijder de carrosserie.
b) Plaatsen van de voertuigaccu in het voertuig
Schakel het voertuig met de aan-/uitschakelaar (A) uit (po-
sitie "OFF" = uitgeschakeld).
Open het accuvak door eerst de beide schroeven van het
deksel van het accuvak los te draaien en daarna het dek-
sel van het accuvak af te halen.
Schuif de kabel van de voertuigaccu door een van de ope-
ningen aan de zijkant (D) in het accuvak; plaats vervol-
gens de accu in het accuvak (C).
Plaats het deksel weer op het accuvak en schroef de
beide schroeven weer vast.
Let erop dat de kabel van de voertuigaccu niet over of on-
der de accu ligt, omdat anders het deksel van het accuvak
niet kan worden gesloten.
c) Batterijen in de zender plaatsen
Open het batterijvak aan de achterzijde van de behuizing
en plaats vier batterijen van het type AA/mignon.
Let bij het plaatsen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-),
zie opdruk op de greep van de zender en op de batterijen.
Sluit het batterijvak.
Bij gebruik van accu's in de zender zal de be-
drijfsduur door de lagere spanning sterk afne-
men (nominale spanning batterij = 1,5 V, accu =
1,2 V). Wij adviseren om uitsluitend hoogwaar-
dige alkalinebatterijen te gebruiken en geen
accu's.
Mocht u toch accu's willen gebruiken, let er dan
op dat deze volledig zijn opgeladen.