61
6 Kies de bijpassende propellers A / B en druk deze op de betreffendemotorassen. Zorg
voor een geringe afstand tussen de propeller en de motorbehuizing. De onderdelen
mogen elkaar niet raken. Als de propeller verkeerd gemonteerd is of onherstelbaar
beschadigd is, kunt u deze met het meegeleverde gereedschap van de motoras
schuiven. Plaats het gereedschap tussen propeller en motorbehuizing en gebruik het
gereedschap als een hefboom.
7 Optioneel en afhankelijk van het model: Verbind van boven de contacten van de ca-
mera met de printplaat. Bevestig de camera op de afdekkap. Beweeg handmatig alle
propellers om te controleren of de camera door de propellers wordt geraakt. Let ook
op de antenne van de camera.
8 Schuif de (opgeladen) vliegaccu in de hiervoor bestemde houder onder dedrone.
9 Sluit de contacten van de vliegaccu aan op de printplaat.