127
Wielvlucht negatiever instellen:
Draai de bovenste kogelkopschroef (A) naar rechts met de klok mee, de onderste kogelkopschroef (B) naar links
tegen de klok in.
Wielvlucht positiever instellen:
Draai de bovenste kogelkopschroef (A) naar links tegen de klok in, de onderste kogelkopschroef (B) naar rechts met
de klok mee.
Draai de kogelkopschroeven (A) en (B) via de kleine 2,5 mm-binnenzeskantsleutel (D) steeds slechts een
kwart slag en controleer vervolgens het veranderde rijgedrag.
Het kleine zeshoekige gat van de kogelkopschroeven (A) en (B) is alleen zichtbaar wanneer u precies door
het grote zeshoekige gat van de kunststof stelschroeven (C) kijkt.
Indien de kogelkopschroef boven of beneden reeds in de bovenste en onderste draagarm gedraaid is, ver-
draai dan telkens enkel de andere kogelkopschroef om de wielvlucht positiever of negatiever in te stellen.
Draai de kogelkopschroeven niet te ver eruit, omdat anders de aandrijfas eruit kan vallen (resp. de schroef-
draad van de kogelkopschroeven zit niet meer in de draagarmen).
Wielvlucht op de achteras instellen:
De wielvlucht kan worden ingesteld door het verdraaien
van de schroef (A) in de bovenste draagarm.
Aangezien deze schroef een linkse en rechtse schroef-
draad heeft, hoeft u de draagarm voor het veranderen van
de wielvlucht niet te demonteren.
Verder bevinden zich op de fusee (B) meerdere verschil-
lende bevestigingspunten voor de bovenste draagarm.
Als de draagarm aan een ander punt wordt bevestigd, ver-
andert dit de wielvlucht bij het in- en uitveren van het wiel.
De fabrikant heeft hier voor het voertuig reeds een opti-
male instelling gekozen. Daarom hoeft u aan het bevesti-
gingspunt (B) geen verandering uit te voeren.
Summary of Contents for 1648548
Page 138: ...138 ...
Page 139: ...139 ...