138
11. Fundamentele informatie voor het besturen van
quadrocopters
Voordat uw model in gebruik genomen kan worden, dient u eerst de beschikbare besturingsmogelijkheden te leren
kennen om veilig met het model te kunnen vliegen.
De quadrocopter wordt met behulp van de beide stuurknuppels van de afstandsbediening bestuurd. Hierbij staan de
volgende functies ter beschikking:
Hoogtefunctie
Met behulp van de pitch-functie wordt de vlieghoogte van de quadrocopter beïnvloed (zie afbeelding 8). De besturing
vindt plaats met de linker stuurknuppel (zie ook afbeelding 1, pos. 11). Deze kan naar voren en naar achteren worden
verplaatst, zonder dat hij, zoals bij de andere functies van de stuurknuppel, herhaaldelijk terugkeert naar de middelste
positie.
Afhankelijk van de positie van de stuurknuppel, veranderen de snelheden van de vier propellers. Als de stuurknuppel
helemaal naar uw lichaam getrokken is, zijn de motoren uitgeschakeld.
Als de stuurknuppel vanuit de laagste positie naar voren geschoven wordt, beginnen de propellers te draaien en
verhogen ze het toerental (al naar de knuppelpositie). Bevindt de stuurknuppel zich in de middenpositie, dan moet
de snelheid van de propellers zo hoog zijn, dat de quadrocopter zweeft. Als de stuurknuppel verder naar voren wordt
geduwd, gaat de quadrocopter omhoog (zie de donkere pijlen in afbeelding 8). Wanneer de stuurknuppel wordt terug-
getrokken, daalt de quadrocopter (zie heldere pijl in afbeelding 8).
Afbeelding 8
Summary of Contents for 1719347
Page 37: ...37 Bild 28 ...
Page 77: ...77 Figure 28 ...
Page 118: ...118 Figure 28 ...
Page 158: ...158 Afbeelding 28 ...