75
Montagehandleiding afbeelding 16:
De bij de stuurservo passende stuurhefboom moet voor het inbouwen van de servo worden geselecteerd. Al naar
gelang de vertanding van de servo-as kan een van de drie bijgevoegde hefbomen worden gemonteerd. Als alternatief
daarvoor kan ook een bij de servo bijgevoegde hefboom van de juiste lengte worden gebruikt.
Belangrijk!
De servohendel moet in de rijrichting naar voren uitgericht worden gemonteerd, wanneer de stuurinrichting
op de zender in de middelste stand staat (zie ook de volgende afbeelding 2 in deze handleiding). Neem het
afstandsbedieningssysteem in gebruik en controleer de positie van de servohendel.
Draai de schroeven van de servo niet te vast aan, anders zullen de twee plastic houders vervormen. De lussen op de
houders dienen later om de servokabel te bevestigen.
Montagehandleiding afbeelding 17:
De afbeeldingen geven de installatie van de vooras weer.
Montagehandleiding afbeelding 18:
De afbeeldingen geven de installatie van de achteras weer.
Montagehandleiding afbeelding 19:
Monteer eerst de stabilisatiestangen met behulp van de twee schroeven M3 x 15. Aansluitend kunnen de stuurstang
(D) en de spoorstang (C) worden gemonteerd.
Montagehandleiding afbeelding 20:
Let er bij de montage van de schokdempers op, dat de afstelschroef zich altijd bovenaan de schokdemper bevindt.
Montagehandleiding afbeelding 21:
De afbeelding geeft de opbouw van de versnellingsbak weer. De twee delen van de behuizing van de versnellingsbak
zijn aan de binnenkant met de kenletters "A" en "B" gekenmerkt.
Montagehandleiding afbeelding 22:
Breng wat smeervet aan op de tandwielen voordat u de behuizing van de versnellingsbak sluit en vastdraait.
Montagehandleiding afbeelding 23:
Afbeelding 23 geeft de montage van de tandwielen van de achteruitversnelling weer. Door dit tandwiel-podium wordt
het mogelijk dat beide schroefassen in tegengestelde richting draaien.
Montagehandleiding afbeelding 24:
Plaats eerst de twee 6-hoekige wrijvingsvlakken nauwkeurig in het hoofdtandwiel en leg er dan de afdekplaten op.
Aansluitend wordt de koppelingseenheid op de as geschroefd. Houd hierbij de afmeting van 1,2 mm exact aan, zodat
de koppeling niet te vroeg of te laat doorglijdt.