80
10. Modelvoertuig in gebruik nemen
Houdt u exact aan de hieronder beschreven benadering, zodat het voertuig bij de ingebruikname geen ongecontro
-
leerde bewegingen maakt.
De batterijen of accu's in de zender, alsmede de rijaccu, moeten volledig opgeladen zijn.
Verwijder de vier carrosserieklemmen en maak de verbinding tussen de twee klittenbanden aan de zijkant los. Til
vervolgens de carrosserie omhoog van de carrosseriehouder.
Plaats de opgeladen rijaccu in de accuschacht en bevestig deze met de klittenbandlus.
Schakel de zender van de afstandsbediening in.
Sluit de rijaccu aan op de rijregelaar. Indien de rijregelaar over een aanvullende aan-/uitschakelaar beschikt, schakel
deze dan in.
Controleer de stuurfunctie en de rijfunctie. Zet daarvoor het model op een geschikte sokkel of service standaard,
zodat de wielen vrij kunnen bewegen.
Plaats de carrosserie terug op de carrosseriehouder en plaats de clips voor de carrosserie in de gaten van de houder.
Selecteer voor de eerste testrit een geschikt terrein, zodat het model niet onmiddellijk een obstakel raakt in het geval
van een controlefout en beschadigd raakt.
Begin voorzichtig, totdat u gewend bent aan het rijgedrag van het voertuig.
Na het rijden moet eerst de rijaccu van de rijregelaar worden afgekoppeld en daarna moet de afstandsbediening
worden uitgeschakeld.
Belangrijk!
Schakel de zender nooit uit, als de rijaccu op het model is aangesloten of als het model is ingeschakeld.
11. Onderhoud
a) Algemeen
De rijregelaar moet voor reinigen of onderhoud worden uitgeschakeld en de rijaccu moet volledig van de rijregelaar
worden gescheiden. Indien u zojuist met het voertuig hebt gereden dient u alle onderdelen (bijv. motor, rijregelaar
enz.) eerst volledig te laten afkoelen.
Maak het voertuig na het rijden schoon door stof en vuil te verwijderen met bijvoorbeeld een schone langharige
kwast en een stofzuiger. Persluchtspuiten kunnen ook van pas komen. Gebruik geen reinigingssprays of gewone
schoonmaakmiddelen. Daardoor kan de elektronica beschadigd raken. Bovendien leiden dergelijke middelen tot ver-
kleuringen aan de kunststof onderdelen of de carrosserie.
Was het voertuig nooit met water af, zoals bijv. met een hogedrukreiniger. Daardoor worden de motor, de rijregelaar
en ook de ontvanger beschadigd. Voor het afvegen van de carrosserie kunt u een zachte en iets bevochtigde doek
gebruiken. Wrijf niet te hard, anders ontstaan er krassen.