94
b)
Rijregelaar configureren
De rijregelaar beschikt over twee jumpers via welke de
rijfunctie en het accutype geconfigureerd kunnen worden.
Steekbrug "Reverse" (A): Hier kan het achteruit rijden wor
-
den uitgeschakeld ("Disable") of ingeschakeld ("Enable").
Steekbrug "Battery" (B): Stel hier in welke rijaccu op de
rijregelaar wordt aangesloten (LiPo- of NiMH rijaccu).
Belangrijk!
Indien u een LiPo-accu gebruikt en u stelt het
accutype in op NiMH, dan wordt de accu te ver
ontladen en hierdoor onherstelbaar bescha-
digd.
Let er daarom altijd op dat u het juiste accutype
instelt voordat u met het voertuig rijdt.
Bij de instelling "LiPo" reduceert de rijregelaar bij een ac
-
cuspanning onder 6,5 V het motorvermogen op 50 %.
Bij een accuspanning onder 6,0 V schakelt de rijregelaar de motor uit. Op deze manier wordt de LiPo rijaccu be-
schermd tegen diepte ontlading.
Bij de instelling "NiMH" wordt het motorvermogen bij een accuspanning onder 4,5 V gereduceerd; de motor wordt bij
een accuspanning onder 4,0 V uitgeschakeld.
c) Batterijen/accu's in de zender plaatsen
Open het batterijvak op de zender en plaats daar ofwel de batterijen ofwel volledig opgeladen accu's. Let bij het
plaatsen op de juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie opdruk in het batterijvak. Sluit het batterijvak weer.
Neem bovendien ook de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
d) Zender in gebruik nemen
Schakel de zender aan en zet de trimming voor de stuur- en rijfunctie elk in de middelste positie. Als de zender over
een dualrate-functie beschikt, moet deze worden uitgeschakeld resp. zo worden ingesteld dat de stuurinslag niet
wordt beperkt.
Neem bovendien ook de apart meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
Summary of Contents for 2111254
Page 110: ...110 ...
Page 111: ...111 ...