67
14. Probleemoplossing
Probleem
Suggestie
De auto beweegt niet.
• Controleer of de afstandsbediening en auto zijn ingeschakeld.
• Controleer op losse of beschadigde onderdelen/draden/aansluitingen.
• De batterij van de auto is mogelijk uitgeput. Laad de accu op.
• Het beveiligingscircuit tegen oververhitting van de snelheidsregelaar was
mogelijk geactiveerd. Stop met gebruik en laat de snelheidsregelaar afkoelen.
De auto rijdt traag.
• Het batterijvermogen van de auto is misschien laag. Laad de accu op.
• Controleer of de bewegende onderdelen geblokkeerd zijn door vuil of puin.
Verwijder onmiddellijk alle blokkeringen/reinig indien nodig.
• Controleer of de knop
SPEED SWITCH
te laag is ingesteld.
De gashendel reageert niet
of slechts een beetje, maar u
kunt wel sturen.
• Het batterijvermogen van de auto is misschien laag. Laad de accu op.
• Zorg ervoor binnen het zendbereik te blijven.
De auto maakt lawaai.
Controleer of de bewegende onderdelen geblokkeerd zijn door vuil of puin.
Verwijder onmiddellijk alle blokkeringen/reinig indien nodig.
De auto rijdt niet in een rechte lijn.
• De
STEERING TRIM
moet misschien worden aangepast.
• Controleer de uitlijning en pas aan indien nodig. Zie paragraaf “Afstemmen”
voor meer informatie.
De batterijen kunnen niet
worden opgeladen.
• Controleer of de voedingsbron voldoende laadstroom verstrekt.
• De batterij of lader is misschien beschadigd en moet worden vervangen.
Neem contact op met de klantendienst of een bevoegde elektromonteur.
De batterij van de auto wordt
heet tijdens het opladen en
rijden met de auto.
Dit is normaal.
De stuurinvoer is omgekeerd.
Druk op de schakelaar
STEERING REVERSE
.