111
De grijs gemarkeerde waarden zijn de door de fabrikant uitgevoerde standaardinstellingen op het tijdstip
van het drukken van deze gebruiksaanwijzing. Mogelijk heeft de rijregelaar van uw voertuig een andere
basisinstelling; let dan op het aantal knipperingen van de rode led.
Beschrijving van de instelfuncties
•
Functie #1, groene led knippert 1x kort: Rijfunctie
De snelheidsregelaar kan ingesteld worden op de rijfunctie “vooruit/remmen” of op “vooruit/remmen/achteruit”.
Door de instelling “vooruit/remmen” wordt het achteruitrijden uitgeschakeld, iets wat vaak bij wedstrijden verlangd
wordt.
•
Functie #2, groene led knippert 2x kort: Remmen op de motor
Als u op de zender gas mindert dan wel de gas-remhendel op de zender in de neutraalstand zet, dan mindert het
voertuig vanzelf snelheid. Dit is exact hetzelfde als remmen op de motor in een “echte” auto als het gaspedaal
losgelaten wordt zonder het rempedaal in te drukken.
Bovendien komt dit overeen met de remfunctie van een conventionele elektromotor (een borstelloze motor beschikt
niet over sterke magneten die de rotor afremmen).
•
Functie #3, groene led knippert 3x kort: Onderspanningsbeveiliging
Wordt een LiPo-accu gebruikt, dan moet er beslist op gelet worden dat de onderspanningsbeveiliging juist ingesteld
en aangezet is (wij bevelen minsten 3,0 V per cel aan). Bij gebruik van een LiPo-accu zonder onderspanningsbevei-
liging, of bij een te lage instelling, wordt de LiPo-accu door een diepteontlading permanent beschadigd!
Als de snelheidsregelaar bij een 3-cellige LiPo-accu (volledig geladen ca. 12,6 V) en een uitschakelspanning van
3,2 V/cel een accuspanning van 9,6 V meet, dan schakelt de motor uit om een diepteontlading van de LiPo-accu
te voorkomen.
Wordt een NiMH-accu gebruikt om te rijden, dan moet u de onderspanningsbeveiliging uitzetten. Als alternatief stelt
u de onderspanningsbeveiliging op 2,6 V/cel.
Als de spanning van NiMH-/NiCd-accu’s na het inschakelen van de rijregelaar onder de 9 V ligt, interpreteert de
rijregelaar dit als een 2-cellige LiPo-accu. De uitschakeling zal dan bij 5,2 V (2 x 2,6 V) plaatsvinden.
Ligt de spanning van een 6-cellige NiMH-/NiCd-accu echter boven de 9 V (bijvoorbeeld bij accu’s met rela-
tief hoge spanning resp. net geplaatste accu’s), interpreteert de rijregelaar dit als een 3-cellige LiPo-accu.
De uitschakeling zal dan bij 7,8 V (3 x 2,6 V) plaatsvinden, wat natuurlijk niet de bedoeling is. In dit geval
moet u de onderspanningsbeveiliging uitschakelen.
Summary of Contents for 2304801
Page 122: ...122 ...
Page 123: ...123 ...