76
14. Verhelpen van storingen
Het model reageert niet of niet juist
•
Bij 2,4 GHz-afstandsbedieningen moet de ontvanger met de zender worden gekoppeld. Deze procedure wordt met
de Engelse term "Binding" of "Pairing" aangeduid. Dit leerproces vindt bij dit voertuig automatisch plaats telkens
wanneer de zender wordt ingeschakeld en het voertuig vervolgens wordt ingeschakeld.
•
Is de rijaccu van het voertuig leeg of zijn de batterijen in de zender leeg? Vervang de rijaccu of batterijen in de
zender dan door nieuwe.
•
Is de rijaccu correct aangesloten op het voertuig? Controleer de stekkerverbinding of deze eventueel verontreinigd
of geoxideerd is; de stekkerverbinding moet volledig in de clip klikken.
•
Is het voertuig te ver weg? Met een volle rijaccu en volle batterijen in de zender moet een bereik van 50 m of meer
mogelijk zijn. Dit kan echter worden verminderd door omgevingsinvloeden; bijv. storingen op de zendfrequentie of
de nabijheid van andere zenders (niet alleen zenders, maar ook WLAN-/Bluetooth
®
-apparaten die eveneens een
zendfrequentie van 2,4 GHz gebruiken), van metalen onderdelen, gebouwen, enz.
De positie van de antenne van de zender en ontvanger ten opzichte van elkaar heeft zeer sterke invloed op het
bereik. Het is het beste als zowel de antenne van de zender als van de ontvanger verticaal staan (met beide anten-
nes parallel ten opzichte van elkaar). Als u echter de antenne van de zender op het voertuig richt, resulteert dit in
een zeer kort bereik!
•
Laat de gas-/remhendel op de zender los en schakel pas daarna het voertuig in.
Voertuig rijdt alleen relatief langzaam
•
De maximale snelheid kan worden ingesteld met de draaiknop "TH.TRIM", zie hoofdstuk 10. h).
Het voertuig wordt trager of de stuurservo reageert nog maar weinig of helemaal niet meer; het bereik tussen
de zender en het voertuig is maar zeer klein
•
De rijaccu is (bijna) leeg.
De stroomvoorziening van de ontvanger en ook van de stuurservo vindt plaats via de BEC van de rijregelaar.
Daarom leidt een zwakke of lege rijaccu ertoe dat de ontvanger niet meer naar behoren werkt. Vervang de rijaccu
door een nieuwe volledig opgeladen rijaccu (vooraf een pauze van 5 à 10 minuten inlassen, zodat de motor en de
snelheidsregelaar voldoende kunnen afkoelen).
•
Controleer de batterijen/accu's in de zender.
Het voertuig rijdt niet correct rechtuit
•
Lijn de besturing met behulp van de zender en de bijbehorende trimfunctie uit.
•
Heeft het voertuig een ongeluk gehad? Controleer het voertuig dan op defecte of gebroken onderdelen en vervang
deze.
Het voertuig blijft stil staan
•
De rijaccu is leeg; de onderspanningsdetectie heeft de motor uitgeschakeld om de rijaccu te beschermen tegen
schadelijke diepe ontlading.
•
Het voertuig is te ver weg van de zender en heeft geen geldig radiosignaal meer herkend.