132
b) Voor de ingebruikname
• Controleer dat er binnen de reikwijdte van de afstandsbediening (zendfrequentie bij 35 of 40 MHz afstandsbedieningen)
geen andere modelproducten gebruikt worden met hetzelfde afstandsbedieningskanaal (zendfrequentie). Bij
afstandsbedieningen in de 2,4 GHz-band moet u controleren of uw afstandsbediening zonder storingen met andere
afstandsbedieningen in dezelfde frequentieband (2,4 GHz) gelijktijdig kan worden gebruikt. Anders kunt u de controle
over uw op afstand bediende modellen verliezen!
• Rol de antennedraad van de ontvanger in het model over zijn gehele lengte af. Leg de antenne zo aan dat de
antennedraad onder geen enkele voorwaarde in draaiende onderdelen terecht kan komen. De antennedraad moet
in de antennebuis worden ingeschoven en de overtollige draad (vb. bij 35 of 40 MHz afstandsbedieningen) moet
losjes opgerold en met doorzichtig plakband op de antennebuis worden bevestigd. U mag de antennedraad niet
afknippen, omdat anders de reikwijdte van de radioafstandsbediening massief wordt verkort. Oriënteert u zich ook
hiervoor aan de voorschriften van de fabrikant van de afstandsbediening.
• Controleer regelmatig de technische veiligheid van uw model en het afstandsbedieningssysteem. Let hierbij op
zichtbare beschadigingen, zoals defecte steekverbindingen of beschadigde kabels.
• Alle bewegende onderdelen van het model moeten soepel werken en de lagers mogen geen speling vertonen.
• Controleer vóór iedere ingebruikname de correcte en vaste montage van de rotoren.
• De vliegaccu die voor de werking nodig is en de accu’s die zich eventueel in de zender geplaatst zijn, moeten
volgens de aanwijzingen van de fabrikant opgeladen worden.
• Als u batterijen voor de stroomvoorziening van de zender gebruikt, moeten deze voldoende restcapaciteit hebben
(eventueel met een batterijtester controleren). Als de batterijen leeg zijn, moeten steeds alle batterijen vervangen
worden, dus nooit aparte batterijen.
• Trek voor het gebruik van het model de telescoopantenne van de zender (bij 35 of 40 MHz afstandsbedieningen)
steeds volledig uit, aangezien de zender anders een veel kleinere reikwijdte zal hebben en de zendereindtrap te
sterk belast wordt.
• Schakel altijd eerst de zender in. Let erop dat bij het inschakelen van de zender de gashendel op het laagste niveau
(motoren uit) ingesteld is! Pas daarna mag de vliegaccu van het model aangesloten worden. Anders kunnen er
onvoorspelbare reacties van de helikopter optreden en de rotoren kunnen onbedoeld beginnen te draaien!
Verwondingsgevaar!
• Let er bij draaiende rotoren op dat er geen voorwerpen of lichaamsdelen binnen het draai- en aanzuigbereik van de
rotoren aanwezig zijn.
c) Tijdens het gebruik
• U mag bij het gebruik van het model geen risico´s nemen! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is afhankelijk
van uw verantwoord gebruik van het model.
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Houd daarom bij het
vliegen voldoende afstand tot personen, dieren en voorwerpen.
• Kies een geschikt terrein voor het gebruik van uw model.
• U mag het model alleen besturen indien uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door
alcohol of medicijnen kan verkeerde reacties tot gevolg hebben.
• Vlieg nooit rechtstreeks op toeschouwers of op uzelf af.
Summary of Contents for 450 ARF QC09
Page 166: ...166 ...
Page 167: ...167 ...