79
8. In bedrijf nemen
a) Antennekabel van de ontvanger aanleggen
Voer de antennekabel in het meegeleverde
antennebuisje in.
Steek het antennebuisje in de overeenkomstige
houder op het voertuig (zie pijl in afbeelding
rechts).
Overtollige antennekabel laat u gewoon los uit
het uiteinde van het antennebuisje hangen.
Kort de antennekabel niet in. Dit zou het bereik
heel sterk verminderen!
b) Staartspoiler bevestigen
De staartspoiler wordt met behulp van twee clips
aan de staartspoilerhouder bevestigd.
Trek eerst de clips uit. Plaats de staartspoiler op
beide houders en beveilig deze dan met de in
het begin verwijderde clips.
c) Batterijen/accu’s in de zender plaatsen
Open het batterijvak op de zender en plaats daar ofwel batterijen ofwel volledig opgeladen accu’s. Let hierbij op de
juiste polariteit (plus/+ en min/-), zie aanduiding in het batterijvak. Sluit het batterijvak weer.
Neem de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
d) Zender in gebruik nemen
Breng de zender in en breng de trimming voor de stuur- en rijfunctie telkens in de middelste stand.
Als de zender over een Dualrate-functie beschikt, moet deze worden gedeactiveerd of zodanig worden ingesteld dat
de stuurinslag niet begrensd wordt.
Neem de meegeleverde gebruiksaanwijzing van de afstandsbediening in acht.
§