105
11. Instelmogelijkheden op het voertuig
a) Wielvlucht instellen
De wielvlucht kenmerkt de hoek van de wielen t.o.v. de verticale as.
Negatieve wielvlucht
Positieve wielvlucht
(Bovenzijde wielen wijst naar binnen)
(Bovenzijde wielen wijst naar buiten)
De instelling van de wielen op de beide afbeeldingen boven is overdreven weergegeven, om het verschil
tussen negatieve en positieve wielvlucht aan te geven. Voor de instelling van het modelvoertuig mogen
deze extreme instellingen natuurlijk niet worden overgenomen!
•
Negatieve wielvlucht aan de voorwielen verhoogt de dwarsstabiliteit van de wielen in bochten, de besturing rea-
geert directer, de stuurkrachten worden kleiner. Tegelijkertijd wordt het wiel in de asrichting op de fusee gedrukt.
Daarmee wordt de axiale lagerspeling gecompenseerd, het rijgedrag wordt rustiger.
•
Negatieve wielvlucht aan de achterwielen vermindert de neiging van de achterkant van het voertuig om in bochten
te oversturen.
•
Positieve wielvlucht daarentegen vermindert de zijdelingse houdkracht van de banden; ze mag niet worden ge-
bruikt.
Wielvlucht aan de vooras instellen:
De verstelling van de wielvlucht gebeurt door het ver-
draaien van de schroef (A) van de bovenste draagarmen.
Om te draaien kan een geschikte vorksleutel worden ge-
bruikt (niet inbegrepen).
Aangezien deze schroef telkens een linkse en rechtse
schroefdraad heeft, moet u de draagarm voor het ver-
plaatsen van de wielvlucht niet uitbouwen.
Wielvlucht aan de achteras instellen:
Het voertuig beschikt achteraan over een starre as, de wielvlucht is niet instelbaar.
Summary of Contents for Bulldog
Page 114: ...114 ...
Page 115: ...115 ...