115
e) Instellen van de servo-saver
De besturing van het voertuig is uitgevoerd als fuseebesturing.
De zwenkbeweging van de servohefboom heeft via de stuurstangen effect op de arm van de servosaver.
De servosaver bestaat uit twee rechthoekig t.o.v. van
elkaar geplaatste armen (1 en 2) die niet star met elkaar
verbonden zijn, maar die d.m.v. een veer op hetzelfde
vlak met de stuurstangen tegen elkaar in kunnen be-
wegen.
De tweede arm van de servosaver beweegt de
besturingsplaat die opnieuw via de beide spoorstang-
armen de stuurinslag van de beide voorwielen bewerkt.
Als er tijdens het rijden harde schokken via de wielen
op de stuurmechaniek overgebracht worden, worden
deze niet onmiddellijk naar de stuurservo
overgedragen maar via de verende verbinding van de
twee hefarmen van de servosaver gedempt.
Het effect van de servosaver kan met een kartelmoer
(3) ingesteld worden door de aandrukkracht van de
veren op de beide hefarmen te veranderen.
Bij een te zachte instelling bewerken lichte stoten tegen het wiel reeds een verdraaiing van beide armen
van de servosaver, wat de stuurprecisie en wegligging bij het rijden negatief beïnvloed.
Een te harde instelling daarentegen kan ertoe leiden dat de servoaandrijving wordt beschadigd, aangezien
stoten tegen de wielen ongefilterd naar de servo worden doorgestuurd.
Afbeelding 17
Summary of Contents for Carbon Fighter III
Page 126: ...126 ...
Page 127: ...127 ...