108
13. Fail-safe-functie
Als de ontvanger-/regeleenheid geen correct zendersignaal ontvangt, wordt de motor uit veiligheidsoverwegingen
uitgeschakeld (de servo voor de stuurfunctie blijft op de laatste positie).
Redenen voor de activering van de failsafe-functie kunnen zijn:
• De ontvanger is te ver van de zender verwijderd
• Storingen in het 2,4 GHz-bereik door andere apparaten
• Zender is uitgeschakeld
• Ontvanger niet bij de zender aangemeld (zie hoofdstuk 12)
• De batterijen van de zender zijn leeg
14. Onderspanningsherkenning
Afhankelijk van het ingestelde accutype (via jumper aan de regelaar-/ontvangereenheid selecteerbaar, zie hoofdstuk
9. b) wordt onder een bepaalde spanning het motorvermogen op 50 % gereduceerd resp. de motor volledig uitgescha-
keld om de rij-accu tegen te diepe ontlading te beschermen.
Schakel in dit geval het voertuig uit; koppel de rij-accu van het voertuig en laad hem vervolgens weer op (voordat de
lege accu wordt opgeladen, de accu volledig laten afkoelen).
Bij de regelaar-/ontvangereenheid
ingestelde accutype
Vermogensreductie op 50 %
Uitschakeling van de motor
Li-ion/LiPo (2 cellen)
Accuspanning < 6,6 V
Accuspanning < 6,0 V
NiMH (6 cellen)
Accuspanning < 4,5 V
Accuspanning < 4,0 V
Summary of Contents for "Cyclone" 4WD RtR
Page 114: ...114 ...
Page 115: ...115 ...