124
De carburator is reeds af fabriek voor gebruik vooringesteld. U moet daarom de instelschroeven van de
carburator bij de eerste inbedrijfname van het voertuig niet verdraaien.
Als de motor niet aanslaat, moet in elk geval eerst de fout op een andere plaats worden gezocht voor u aan
de instelschroeven van de carburator draait.
De fijnafstelling van stationair en volgas kan pas met een goed ingelopen motor gedaan worden. Laat
daarom alle instelwerken aan de carburator na tot de motor minstens 2 - 3 bedrijfsuren heeft.
Verplaats de schroeven op de carburator uitsluitend in heel kleine stappen (max. 1/16 omwenteling) en
noteer de veranderingen, resp. de draairichting.
Test dan de nieuwe instelling of ze voordelen ten opzichte van de vorige instelling heeft. Alleen als u hier
zorgvuldig te werk gaat, kan een slechte instelling op een eenvoudige manier opnieuw ongedaan worden
gemaakt.
Als u nog nooit een carburator van een modelauto hebt ingesteld, vraagt u eerst raad aan een ervaren
modelbouwsporter voor u instelwerken uitvoert.
Beschrijving van de carburatoronderdelen (zie afbeelding op de voorgaande pagina):
1 = Mengselregelschroef (hoofdsproeier)
De mengselregelschroef bevindt zich boven de brandstofaansluiting (2) en regelt het lucht-/brandstofmengsel bij
volgas.
Draai de schroef met de klok mee om het mengsel te „verarmen“ (om het brandstofaandeel te verminderen) en
tegen de klok in om het mengsel te „verrijken“.
De basisinstelling kan worden teruggezet door de schroef zo in/uit te draaien dat ze even met de rand van de
sproeierhouder staat (schroef steekt niet boven de rand uit, resp. bevindt zich diep in de sproeierhouder).
2 = Brandstofaansluiting voor tank
Deze aansluiting is via een slang met de tank verbonden. In de tank bevindt zich vb. een tankpendel zodat de
brandstof altijd van de laagste plaats in de tank wordt aangezogen en de tank bijna leeg kan worden gereden.
3 = Gasklepaanslagschroef (stationair-instelschroef)
De gasklepaanslagschroef is de kleine schroef onder de luchtaanzuigopening (3). Ze regelt de positie van de
carburatorschuif (de gasklepaanslag) en zo de carburatdoorlaat bij stationair draaien.
Als de regelschroef met de klok mee gedraaid wordt, vergroot de doorlaat en verhoogt het stationair toerental. Als
de schroef tegen de klok ingedraaid wordt, gaat de schuif er meer in en wordt de spleet verkleind en daalt zo het
stationair toerental.
Als basisinstelling raden wij een carburatordoorlaat van ca. 1 - 1,5 mm aan.
4 = Aansluiting aan de motor
Op deze plaats is de carburator met de verbrandingsmotor verbonden en het brandstof-/luchtmengsel raakt naar de
verbrandingsruimte.
Summary of Contents for REX-X 2WD RtR
Page 142: ...142 ...
Page 143: ...143 ...