51
De bediening en het gebruik van op afstand bediende modelvoertuigen moet geleerd worden! Als u nog
nooit een dergelijk voertuig bestuurd heeft, moet u heel voorzichtig rijden en u eerst vertrouwd maken
met de reacties van het voertuig op de commando´s van de afstandsbediening. Wees geduldig!
Neem geen risico bij het gebruik van het model! Uw eigen veiligheid en die van uw omgeving is
afhankelijk van uw verantwoord gebruik van het model.
• Het voorgeschreven gebruik van het voertuig vereist regelmatige onderhouds-, herstellings en reinigingswerken;
door het gebruik verslijten vb. de banden.
Gebruik voor de vervanging van versleten of defecte onderdelen uitsluitend originele vervangonderdelen.
• Wendt u zich tot ons (zie hoofdstuk 1 voor de contactgegevens) of een andere vakman indien u vragen heeft
die niet met behulp van deze gebruiksaanwijzing opgehelderd kunnen worden.
b) Ingebruikname
• Gebruik voor het bedrijf van het voertuig ofwel de meegeleverde NiMH-rijaccu of 6 batterijen, resp. accu’s van
het type AA/mignon.
• Laad de meegeleverde NiMH-rijaccu volledig op voor u hem in het voertuig plaatst.
• Voor het bedrijf van de zender kunt u ofwel 6 batterijen of 6 accu’s van het type AA/mignon gebruiken.
c) Rijden van het voertuig
• Een verkeerd gebruik van het product kan zware letsels en beschadigingen tot gevolg hebben! Rijd daarom
alleen zolang u direct zichtcontact met het modelvoertuig heeft. Rijd daarom ook niet ´s nachts.
• Rijd alleen als uw reactievermogen niet verminderd is. Vermoeidheid of beïnvloeding door alcohol of medicijnen
kan verkeerde reacties tot gevolg hebben (net als bij een echt voertuig).
• Met dit modelvoertuig mag u niet op openbare straten, pleinen en wegen rijden. Gebruik het ook niet op privaat
terrein zonder de toestemming van de eigenaar.
• Rijd niet op mensen of dieren af!
• Rijd niet bij regen,door water, modder of sneeuw. Het modelvoertuig is noch waterdicht noch watervast.
Vochtigheid leidt niet alleen tot corrosie, maar zorgt er ook voor dat de elektronica van het voertuig wordt
beschadigd.
• Vermijd het rijden bij zeer lage buitentemperaturen. Kunststof onderdelen verliezen daarbij aan elasticiteit, wat
reeds bij een licht ongeval tot grote schade kan leiden.
• Rijd niet bij onweer, onder hoogspanningsleidingen of in de buurt van zendmasten.
• Laat de zender steeds ingeschakeld zolang het modelvoertuig in gebruik is. Om het voertuig af te stellen,
schakelt u altijd eerst het voertuig uit en vervolgens de zender.
• Bij zwakke batterijen (of accu´s) in de afstandsbediening zal de reikwijdte verminderen. Als de rijaccu in het
voertuig zwak (resp. evt. geplaatste AA/mignon-batterijen of accu’s), dan wordt het voertuig langzamer, resp.
het reageert niet meer correct op de stuurbevelen op de zender.
In dit geval moet u het rijden onmiddellijk stopzetten (voertuig en zender uitschakelen). Vervang daarna de
rijaccu (resp. de AA-/mignonbatterijen of accu’s van het voertuig of laad de accu’s opnieuw.
• Neem voor elke accu-/batterijwissel aan het voertuig een pauze van minstens 5 minuten zodat de aandrijving
kan afkoelen.