57
• Het rechtuit rijden van het voertuig kan voor de voor- en achteras afzonderlijk worden
ingesteld. Hiervoor zijn twee kleine, witte hendels tussen de wielen naar links of
rechts draaibaar.
Verstel deze slechts in kleine stapjes en controleer vervolgens de rechtuit loop
opnieuw.
• Rijd met het voertuig uitsluitend op ongevoelige oppervlakken, aangezien het anders door de voor het
voertuigtype benodigde harde kunststof wielen (voor het driften) tot krassporen komt.
e) Voorlicht in-/uitschakelen
Druk kort op de toets „B“ (10) om het voorlicht van het voertuig in of uit te schakelen. Telkens een witte LED licht
in de linker en rechter schijnwerper op.
Dit is alleen mogelijk als het voertuig in bedrijf is (rode LED (3) op de zender licht permanent op (knippert
niet).
f) Demo-rijprogramma starten/stoppen
De zender beschikt over een geïntegreerd demo-rijprogramma dat u de mogelijkheden bij het rijden kan tonen.
Hiervoor is het nodig dat er voor het voertuig voldoende plaats beschikbaar is en het op een gladde ondergrond
wordt gezet.
Ga als volgt te werk:
• Neem het voertuig in gebruik, zoals in de voorgaande hoofdstukken beschreven.
• Als u voor de start van het demo-rijprogramma kort op de toets „C“ (12) drukt, begint de zender de vast
opgeslagen stuurbevelen naar het voertuig te sturen (rijfunctie, besturing) en het voertuig beweegt overeenkomstig.
• Voor de voortijdige annulering van het rijprogramma beweegt u de rechter stuurknuppel (7) in een willekeurige
richting.
g) Eigen rijprogramma programmeren
De zender kan alle rijfuncties die binnen de 10 seconden worden uitgevoerd, opslaan en vervolgens herhalen.
Ook het veranderen van de rijsnelheid door de linker stuurknuppel wordt daarbij opgeslagen.
Programmeren:
• Neem het voertuig in bedrijf, zoals in de voorgaande hoofdstukken beschreven (rode LED (3) moet permanent
oplichten).
• Kies met de linker stuurknuppel (2) zoals gewoonlijk een bepaalde snelheid.
• Houd de toets „D“ (13) nu langer ingedrukt tot de rechter LED (6) groen knippert.
• Alle stuurbevelen die u in de volgende ca. 10 seconden maakt (ook een verandering van de snelheid via de
linker stuurknuppel) worden opgeslagen. De programmeermodus wordt vervolgens automatisch afgesloten,
de rechter LED (6) dooft uit.
