51
A
B
5. Inbedrijfstelling van uw Scooter:
Verwijder voor het starten de borgmoer (A) en druk op de stroomonderbreker (B) om het
systeem te activeren.
Onderdelen functies:
Sleutelschakelaar (C)
1. Draai de sleutel naar rechts.
Start de scooter.
2. Draai de sleutel naar links.
Schakel de scooter uit.
Zorg er altijd voor dat de scooter is uitgeschakeld, voordat u in- of uitstapt en onderdelen
van de elektrische scootmobiel verwijdert.
De scooter stopt abrupt als u hem tijdens het rijden uitschakelt.
Snelheidsregeling (D)
Het konijn symbool geeft een snelle of hoge snelheid aan. Het
schildpad symbool geeft een langzame of lage snelheid aan. Als u de
regelaar (D) in de richting van het geselecteerde pictogram draait,
kunt u de snelheid van de scooter regelen.
Voordat u met de scooter gaat rijden, zet u de regelaar op een laag niveau door de knop
naar het schildpad pictogram te draaien.
Verhoog de snelheid bij het naderen van een helling en verlaag de snelheid bij het dalen.
C
E
D
F
G
H
H1
NL