57
5. Stel een lage snelheid bij het wegrijden in om een plotselinge versnelling te voorkomen.
6. Probeer nooit bergafwaarts achteruit te rijden.
7. Probeer de elektrische scootmobiel niet ‚s nachts, in de regen of bij slecht weer te
besturen.
8. Uw elektrische scootmobiel is spatwaterdicht. Als de scooter nat wordt door regen,
droog het E-scootmobiel dan voordat u hem parkeert bij niet ingebruikname.
9. Als u van plan bent uw scootmobiel voor een langere tijd (1 maand of langer) te stallen,
zorg er dan voor dat de accu volledig is opgeladen. Verwijder vervolgens de twee accus-
tekkers (W) en stal de scooter op een droge plek.
10. Voormandje, laadvermogen 3 kg (6.5lbs).
9. Verzorging en onderhoud
Dagelijks Controleren
Controleer uw scootmobiel voor elke rit.
Controleren
Controleer
Wat te doen als de controle
mislukt ?
N-D schakelaar
Controleer op correct
functioneren
Neem contact op met uw
dealer.
Claxon
Test voor correct
functioneren
Neem contact op met uw
dealer.
Gashendel
Trek aan de gashendel om
de beweging van de scoot-
mobiel te testen
Neem contact op met uw
dealer.
Elektromechanische rem en
nood handrem
Trek een beetje aan de hen-
del en laat hem los om te
testen of de rem werkt. Als
uw scooter is uitgerust met
een nood handrem, moet u
deze ook controleren.
Neem contact op met uw
dealer.
Accu indicator
Controleer of de accu indi-
cator correct functioneert,
zelfs bij laag vermogen.
•
Neem contact op met
uw dealer als de accu
indicator niet functio-
neert.
•
Laad de accu bij een
laag laadstand onmid-
dellijk op.
NL