NL
REHOBOT Hydraulics AB
Skjulstagatan 11 A, 632 29 Eskilstuna, SWEDEN P.O. Box 1107 631 80 Eskilstuna
T. +46 (0)16 - 16 82 00 F. +46 (0)16 - 13 93 16 info@rehobot.se www.rehobot.se
Wij danken u voor het vertrouwen dat u in ons stelt door uw keus van dit
REHOBOT produkt. REHOBOT staat voor produkten van hoge kwaliteit,
en we hopen dat u dit produkt vele jaren met genoegen zult mogen
gebruiken.
Om storingen in de werking te voorkomen is het raadzaam deze gebruik-
saanwijzing door te lezen alvorens het produkt in gebruik te nemen.
Technische beschrijving (Fig. 1)
Max. werkdruk:
PP70-9200RC (/VA80)
70 MPa (700 bar, 10150 psi)
PP80-9200RC
80 MPa (800 bar, 11600 psi)
Vereiste luchtdruk:
0,65-1,0 MPa (6,5-10 bar, 94-145 psi)
Capaciteit:
PP70-9200RC (/VA80)
1070-200 cm
3
/min. (65-12 in
3
/min)
PP80-9200RC
710-130 cm
3
/min. (43-8 in
3
/min)
Totaal olievolume:
9400 cm
3
(573.6 in
3
)
Effectief olievolume:
9200 cm
3
(561.4 in
3
)
Gewicht incl. olie:
PP70/80-9200RC
20 kg (44.1 lbs)
PP70-9200RC/VA80
28,3 kg (62,4 lbs)
Alle -9200RC modellen zijn uitgerust met een peilstok voor eenvoudige
bediening van het oliepeil.
De PP70/80-9200RC is voorzien van een afstandsbediening. Vanaf het
bedieningsmechanisme wordt de pomp aangestuurd met behulp van
twee knoppen, start/stop en ontlasten.
PP70-9200RC / VA80 is ook uitgerust met vier VA80 afsluitkleppen en
een manometer (Fig. 2, pos. V)
Veiligheidsfunctie
De pomp is voorzien van een veiligheidsklep, die de uitgaande druk
reguleert. De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld op de maximale
werkdruk.
Installatie
Persluchtaansluiting
De pomp heeft minimaal 0,6 MPa (6 bar, 87 psi) luchtdruk nodig om 70
MPa (700 bar, 10150 psi) resp. 80 MPa (800 bar,11600 psi) hydraulis-
che druk te bereiken. Let erop dat de luchtdruk de 1,0 MPa (10 bar, 145
psi) niet overschrijdt, omdat dit schade aan de pomp kan veroorzaken.
Gebruik voor een goede werking en een lange levensduur schone
perslucht met een waterafscheider. Sluit de perslucht aan met een G ¼”
koppeling volgens Fig. 2, pos. A.
Aansluiten van de hydraulische slang
Sluit de hydraulische slang aan met een G 1/4”-koppeling (Fig. 2, pos. P)
of gebruik REHOBOT-snelkoppelingen.
Ontluchten van het hydraulisch systeem
Bij het aansluiten van slangen en werktuigen kan er zich lucht verzamelen
in het hydraulisch systeem, met mogelijke storingen in de werking als
gevolg. Ontlucht het systeem door het werktuig / de cilinder onbelast 3–4
cycli te laten lopen (uitpompen tot volle slaglengte en ontlasten). Let erop
dat het werktuig / de cilinder lager staat dan de pomp, zodat de lucht kan
terugstromen naar de olietank van de pomp. Afhankelijk van de hoeveel-
heid lucht in aangesloten slangen of werktuigen kan het nodig zijn olie bij
te vullen, zie Olie bijvullen.
Gebruik
Voor pompen, moet het transport stekker worden vervangen door de
meegeleverde geventileerde olieplug, zie Fig. 3.
LET OP! Zorg ervoor dat het transport stekker met afdichtring voor het
transport van de pomp is gemonteerd.
Start
Druk de start/stopknop (Fig. 4, P) op de bedieningshandgreep in. De
pomp komt tot stilstand en behoudt de bereikte hydraulische druk wan-
neer de start/stopknop wordt losgelaten.
Ontlasten
Druk de retourknop (Fig. 4, R) in. Houd de knop ingedrukt totdat de
gewenste retour is verkregen.
LET OP! Indien de pomp overvol wordt bij het ontlasten van de cilinder /
het werktuig, zal de overtollige olie door de ontluchtingsklep naar buiten
stromen.
Overige toebehoren
De pomp kan worden voorzien van toebehoren zoals een REHOBOT
manometer AMT801 (Fig. 2, M), manometerhouder. enz.
Alle cilinders, toebehoren en werktuigen die op de pomp worden aanges-
loten dienen geconstrueerd te zijn voor een werkdruk die minstens
beantwoordt aan de maximale werkdruk van de pomp. LET OP! De pomp
is voorzien van een hydraulisch veiligheidsventiel, dat in de fabriek is
afgesteld op de maximale werkdruk van de pomp. Het veiligheidsventiel
mag alleen worden bijgesteld door REHOBOT of door een door REHOBOT
geautoriseerde servicewerkplaats. Voor een eenvoudige reductie van de
hydraulische druk raden wij u aan een reductieklep aan te brengen voor
de binnenkomende lucht.
Onderhoud & Service
Smeer de bewegende onderdelen zoals de zuiger en de klep zonodig met
hoogwaardig smeervet.
Uit veiligheidsoverwegingen is het van belang dat service en reparatie
van dit product uitgevoerd worden door een ter zake kundig iemand.
Neem bij de geringste twijfel contact op met uw wederverkoper voor
informatie over de dichtstbijzijnde erkende servicewerkplaats.
Olie bijvullen
Controleer het oliepeil vóór gebruik. Dit is eenvoudig te doen met behulp
van de peilstok op de olievulplug. Het oliepeil moet altijd worden gem-
eten met de cilinder / het werktuig in de onderste/ingetrokken stand.
Gebruik voor een goede werking hydraulische olie van een kwaliteit die
correspondeert met ISO VG 10.
•
Plaats de pomp op een vlak oppervlak (Fig. 5).
•
Demonteer de olievulplug (Fig. 5, A).
•
Vul het oliereservoir door de vulopening totdat het oliepeil is
35 mm (1,38 in), gemeten vanaf de bovenkant van het deksel.
Zorg ervoor dat het oliepeil niet hoger zijn dan de bovenste
markering op de peilstok (Fig. 5, B)
•
Schroef de olievulplug terug op zijn plaats