7
Bevestiging met behulp van ophangplaat
met één gat bij gebruik van één ketting
Aanduiding ’blauwe driehoek’
Symbool onderhaakset enkel parts
Bevestiging met behulp van ophangplaat
met één gat bij gebruik met twee kettingen
Aanduiding ’blauwe driehoek’
Symbool onderhaakset dubbel parts
Aanduiding ’blauwe driehoek’ op de
kettingtakels
Zwaartepunt van de last bij gebruik
met één ketting
Zwaartepunt van de last bij gebruik
met twee kettingen
Afbeelding 8: Toestand van de ophangplaat met één gat als het aantal kettingen verandert
1.1.3.3
Haakophanging
Montage:
Bevestig de ophangplaat met behulp van de twee pennen aan de op de kettingtakels
aangebrachte bevestigingshaken. Plaats de sluitringen op de pennen en verzegel deze met
de zekeringsmoeren.
Let op!
De ophanghaak moet bij het veranderen van het aantal kettingen worden omgedraaid. De
ophanghaak moet zich altijd op één lijn bevinden met de lasthaak. Afhankelijk van de
gekozen functie moet het symbool van de onderhaakset enkel parts of onderhaakset dubbel
parts aan de kant van de kettingmagazijn komen!
Positie van de ophang-
haak bij gebruik enkel
parts
Pen, aflsluitschijfje en
zekeringsmoer
Positie van de ophang-
haak bij gebruik bij dubbel
parts
Pen, aflsluitschijfje
en zekeringsmoer
Optie:
De ophanghaak kan op
verzoek ook in een vaste
(niet- draaibare) uitvoering
worden geleverd.
Afbeelding
9
: Haakophanging bij kettingen van 16×45 mm