18
NEDERLANDS
GEBRUIKSAANWIJZING
VOORDAT U BEGINT MET TRIMMEN
• Inspecteer het apparaat en zorg ervoor dat er geen haar of vuil in het apparaat zit.
• Zorg ervoor dat de persoon zo gaat zitten dat zijn/haar hoofd zich ongeveer op uw
ooghoogte bevindt.
• Kam het haar altijd, voordat u gaat trimmen, zodat het droog en zonder haarklitten is.
HET BEVESTIGEN VAN EEN OPZETKAM
• Houd de opzetkam vast met de tanden naar boven gericht.
• Om een opzetkam te plaatsen, lijnt u de poten van de opzetkam uit met de gaten in de
bovenkant van de trimmer aan weerszijden van het mes en schuift u de poten in de
tondeuse tot u een klik hoort.
• Om de opzetkam te verwijderen, trekt u deze stevig en recht van de trimmer.
KAMINSTELLINGEN
Selecteer de kamlengte door het zoomwieltje omhoog te draaien voor een langere lengte
en omlaag voor een kortere lengte. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de verschillende
haarlengtes.
MARKERING
Snijlengte (mm)
Kam 1 - Kort
Kam 2 - Lang
1
3
18
l
4.5
19.5
3
6
21
l
7.5
22.5
5
9
24
l
10.5
25.5
7
12
27
l
13.5
28.5
9
15
30
INSTRUCTIES OM HAAR TE SNIJDEN
• Voor gelijkmatig knippen moet de opzetkam/het mes door het haar snijden. Beweeg
niet te snel door het haar. Als u voor het eerst knipt, begint u met de opzetkam voor de
maximale lengte.
STAP 1 – DE NEK
• Stel de opzetkam in op 3 mm of 6 mm.
• Houd het apparaat vast met de snijbladen naar boven gericht. Begin in het midden van
het hoofd aan de onderzijde van de haargrens in de nek.