rev04
77
8. ANTI-AGRESSIEFUNCTIE
Deze functie is bestudeerd om het helaas toenemende fenomeen van diefstal van rijdende voertuigen (“carjacking”) tegen te gaan, hetgeen
vaak voorkomt wanneer men bij een stopteken of een stoplicht stilstaat.
Het systeem gaat over naar de anti-agressie-modus als de bestolen eigenaar in het bezit van de zender met geactiveerde Main-libre-functie is
en de gestolen motor ingeschakeld is. Na 2 minuten van afwezigheid van het gecodeerde signaal dat door de afstandsbediening uitgezonden
wordt, zal de sirene klinken: eerst met laag akoestisch vermogen maar vervolgens op volledig vermogen en zullen de richtingaanwijzers
knipperen. Om de functie uit te schakelen is de afstandsbediening of de PIN-code voor noodgevallen nodig.
N.b.: hetzelfde gebeurt als de bestuurder het bereik van de zender verlaat terwijl zijn voertuig nog ingeschakeld is.
Belangrijk:
om eventueel van deze functie gebruik te maken is het natuurlijk nodig om
de zender altijd bij u te houden, altijd gescheiden
van de contactsleutels van het voertuig
.
Ook dit is een selecteerbare functie, die naar goeddunken door de gebruiker ingeschakeld of uitgeschakeld kan worden. De handeling maakt
deel uit van de algemene con
fi
guratieprocedure die in de tabel in paragraaf 13 beschreven wordt.
9. AUTOVOEDING
Het veiligheidssysteem heeft autovoeding. Dit betekent dat het systeem interne Ni-MH-batterijen heeft die tijdens het rijden opgeladen worden.
Bij een onderbreking van de voedingsspanning (omdat de accukabels bijvoorbeeld doorgesneden zijn) stelt de interne batterij het systeem
in staat (indien ingeschakeld) om in werking te treden en de sabotage te signaleren. Wanneer de voedingsspanning weer terugkeert, zal het
systeem zich in dezelfde status bevinden als het vóór de onderbreking had (ingeschakeld / uitgeschakeld).
10. SERVICE MODE
Indien u de zender in de Main-libre-modaliteit gebruikt en u moet het voertuig voor onderhoud in de garage achterlaten maar u wilt de
afstandsbediening bij u houden, dan kunt u het zonder de selectieprocedure voor uitschakeling van het automatisme en de anti-agressiefunctie
stellen.
De Service-con
fi
guratie maakt het inderdaad mogelijk om deze tijdelijk te onderbreken met een vereenvoudigde procedure:
Schakel het paneel in en druk op knop nr. 2 van de zender.
Ä
De ingeschakelde Service mode wordt bevestigd met een kort, hoog geluidssignaal.
De Main-libre-functie zal hervat worden bij de eerstvolgende druk op knop nr. 1 van de zender. In de tussentijd zullen telkens als het paneel
uitgeschakeld wordt als geheugensteuntje vier korte, hoge geluidssignalen klinken.
11. INSTELLING VAN DE GEVOELIGHEID VAN DE VERPLAATSINGSSENSOR
De verplaatsingssensor kan ingesteld worden op
8 gevoeligheidsniveaus voor bewe 8 gevoeligheidsniveaus voor stoten tegen
het voertuig
. De optimale gevoeligheid wordt doorgaans door de installateur tijdens het eindtesten gekozen maar de instelling is eenvoudig
en kan zonodig door de gebruiker zelf gewijzigd worden: