67
7. Montage
De montage en de installatie van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden
uitgevoerd die vertrouwd is met de gevaren en relevante voorschriften. Het product mag al-
leen onderhouden, bediend en in gebruik genomen worden door personen die overeenkomstig
gekwalificeerd zijn.
Houd bij de keuze van een montageplaats rekening met het feit dat schokken, trillingen, stof,
koude, hitte en vochtigheid vermeden moeten worden. Er mogen bovendien geen sterke trans-
formatoren of motoren in de buurt van het apparaat zijn.
U mag het apparaat nooit afdekken. Zorg bij de montage met andere apparatuur op voldoende
ventilatie. Bewaar voldoende afstand tot andere toestellen en muren. Monteer het lichteffect
niet in de onmiddellijke omgeving van warmtebronnen. Richt geen sterke stralers of licht-bron-
nen op het apparaat. Dit kan leiden tot oververhitting (brandgevaar!).
U mag voor de montage van het product geen bijkomende gaten of schroeven in de behuizing
boren of vastschroeven. Hierdoor kunnen onder spanning staande onderdelen bloot komen te
liggen.
Het toestel moet buiten handbereik van personen worden gemonteerd.
Verlichte voorwerpen moeten minstens 0,5 m van de lichtopening van het toestel verwijderd
zijn. Licht ontvlambare materialen, zoals decoratieve stoffen, moeten minstens 0,5 m van het
apparaat verwijderd zijn. Anders bestaat brandgevaar!
Zorg dat bij de montage van het product het netsnoer niet wordt afgekneld of door scherpe
randen wordt beschadigd.
Tijdens montage- en servicewerkzaamheden dient het gebied onder de montageplaats afge-
sloten te zijn.
Het montageoppervlak of -inrichting dienen zo geconstrueerd te zijn, dat deze minstens 1 uur
lang de 10-voudige werkbelasting zonder blijvende schadelijke vervorming kan doorstaan.
Het toestel dient bovendien bij een hoge montage door een tweede veiligheidsophanging te
worden geborgd, die onafhankelijk is van de eigenlijke montage-inrichting. Bij fouten van het
hoofdophangsysteem mogen er geen onderdelen van de installatie naar beneden vallen.
Bij de montage moeten alle in dit verband relevante voorschriften in uw land nauwgezet wor-
den aangehouden.
Keuring van de installatie (bij commercieel/openbaar gebruik):
Vóór de eerste ingebruikneming en na ingrijpende wijzigingen dient de installatie (met inbegrip
van de elektrische aansluiting) door een deskundige gecontroleerd te worden.
De installatie moet een keer per jaar door een deskundige gecontroleerd worden.
• Monteer de effectstraler met de montagebeugels aan het plafond, de wand of op een geschikt traver-
sesysteem. Het apparaat mag nooit zonder beugel worden gemonteerd. Gebruik hierbij montagemate-
riaal dat geschikt is voor het montage-oppervlak en de belasting van het lichteffect kan dragen.
• Als u de machine hoger monteert, dient u de machine te beveiligen met een geschikte veiligheidsvang-
kabel of een vangnet. De veiligheidsvangkabel resp. het vangnet moet onafhankelijk van de hoofdbe-
vestiging, het lichteffect in geval van een fout bij de hoofdophanging kunnen houden.
• Stel de gewenste hellingshoek in en draai de beide kartelschroeven goed aan de montagebeugels vast.
• Als alternatief voor de hierboven beschreven montage kunnen beide montagebeugels zo worden ge-
draaid dat een voet ontstaat en de effectstraler kan worden opgesteld.