• Zorg dat het netsnoer niet wordt afgekneld, geknikt, door scherpe randen wordt
beschadigd of op andere wijze mechanisch wordt belast. Vermijd overmatige
thermische belasting van het netsnoer door te hoge of te lage temperaturen.
Verander het netsnoer niet. Indien dit niet in acht wordt genomen, kan het
netsnoer beschadigd raken. Een beschadigd netsnoer kan een levensgevaarlijke
elektrische schok tot gevolg hebben.
• Trek altijd het netsnoer uit het stopcontact als u het product niet meer gebruikt,
als storingen verholpen moeten worden of als het product moet worden
schoongemaakt of onderhouden moet worden.
•
Het product voldoet aan beschermingsklasse IPX8/IPX4 (beschermingsklasse
van de pomp = IPX8, beschermingsklasse van de netstekker = IPX4).
•
Het product is opgebouwd volgens beschermingsklasse I. Als spanningsbron mag
alleen een geschikt stopcontact met randaarde van het openbare elektriciteitsnet
worden gebruikt (bedrijfsspanning van de tuinpomp, zie hoofdstuk "Technische
gegevens" en opschrift op het typeplaatje).
• Stel - als aannemelijk is dat gebruik zonder enig gevaar niet langer mogelijk is
- de fonteinpomp buiten bedrijf en borg het tegen onbedoeld gebruik, trek de
netstekker uit de contactdoos. U mag aannemen dat het apparaat niet meer
zonder gevaar te gebruiken is, als:
- de pomp of de aansluitleidingen zichtbare schade vertoont
- de pomp niet meer werkt
- de pomp onder ongunstige omstandigheden getransporteerd of opgeslagen
werd.
- het apparaat aan zware transportbelastingen heeft blootgestaan.
• De te verpompen vloeistof moet zo schoon mogelijk zijn. Door verontreinigingen
(bijvoorbeeld zand, aarde, bladeren en dergelijke) zal de pomp niet alleen sneller
slijten en hierdoor een kortere levensduur hebben, de aandrijfrotor van de
fonteinpomp kan hierdoor ook mechanisch blokkeren en alle aanzuigopeningen
kunnen verstopt raken. Bovendien verstopt zelfs een klein beetje vuil de sproeiers
van de meegeleverde sproeikoppen. Een regelmatige inspectie van de werking
van de fonteinpomp is daarom absoluut noodzakelijk.
• Het product is niet beschermd tegen drooglopen.
• Het product is niet geschikt voor de productie van drinkwater.
• Tijdens bedrijf mag zich niemand in het op te voeren medium ophouden.
• Gevolgschade, welke ontstaat door mankerende werking of storing in de
fonteinpomp, moet u door het nemen van passende maatregelen voorkomen
(bijvoorbeeld een waterpeilmelder, sensoren, alarmvoorzieningen en dergelijke).
• Gebruik het product alleen in een gematigd en niet in een tropisch klimaat.
• Raadpleeg een expert wanneer u twijfelt over het juiste gebruik, de veiligheid of
het aansluiten van het product.
• Onderhoud, aanpassingen en reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door
een vakmanof in een daarin gespecialiseerde werkplaats.
•
Als u nog vragen heeft die niet door deze gebruiksaanwijzing zijn beantwoord,
neem dan contact op met onze technische dienst of andere technische
specialisten.
b) Opstelplaats, aansluiting
•
Monteer of gebruik het product zo dat het niet bereikt kan worden door kinderen.
• Op de plaats van gebruik mogen de omgevingstemperaturen niet rond dan wel
onder het vriespunt (<0 °C) liggen. Bij die temperatuur bevriest het water in de
fonteinpomp, door het grotere volume van het ijs zal de fonteinpomp worden
vernield. Bewaar het product in de winter op een vorstvrije plaats.
•
Als u een verlengkabel gebruikt of als het leggen van kabels naar de tuinpomp
vereist is, mogen deze geen kleinere doorsnede hebben dan de tuinpomp zelf.
Gebruik uitsluitend verlengsnoeren met randaarde, die geschikt zijn voor gebruik
buitenshuis.
•
Bescherm het netsnoer tegen hitte, olie/benzine en scherpe hoeken. U mag niet
op het netsnoer trappen en u mag er niet over rijden (b.v. met een kruiwagen, fiets,
auto). Knik het netsnoer nooit, plaats er geen voorwerpen op.
• Bescherm de netstekker tegen vocht! Pak de netstekker nooit vast met natte
handen! Er bestaat levensgevaar door een elektrische schok!
• Let op dat de elektrische stekkerverbindingen zich op een plek bevinden,
die beschut is tegen overstromingen. Anders bestaat levensgevaar door een
elektrische schok!
Bedieningselementen
1
6
2 3
4
5
7
8
9
10
11
12
13
14
15
1
Verlengbuis
2 Sproeikop A
3
Sproeikop B
4
Sproeikop C
5
Sproeikop D
6 T-stuk met afsluiter
7
Behuizingsdeksel, achterkant
8 Stroomkabel met stekker
9 Pompbehuizing
10
Standvoet
11 Rotoreenheid
12 Afdekking schoepenwiel
13
Schoepenwielkapje
14 Filter
15 Aanzuigdeksel
Ingebruikname
Plaats en gebruik de fonteinpomp in een vlak deel van de vijver. De verschillende spuitkoppen
spuiten het door de pomp aangezogen water in verschillende vormen uit.
Voor gebruik wordt de fonteinpomp zo in het water geplaatst, dat alleen de verlengbuis
(1)
en
de sproeikop die u hebt geselecteerd, uit het water steekt. De pomp moet op een diepte van
minstens 20 cm worden gebruikt.
Plaats de pomp echter niet in het slib, echter gebruik een iets verhoogde ondergrond,
plaats de pomp bijvoorbeeld op een geschikte stenen plaat.
Afb. A
Afb. B
Afb. C
•
Verbind de fonteinpomp zoals getoond wordt in Afb. B. Plaats eerst het T-stuk met stopkraan
(6)
op de uitlaatopening van de fonteinpomp en draai deze met de klok mee.
• Plaats vervolgens de verlengbuis op het T-stuk en draai deze met de klok mee.
• Plaats de gewenste sproeikop op de verlengbuis en draai deze met de klok mee.
•
Via de slangaansluiting op het T-stuk kan bijvoorbeeld een geschikte slang voor de
watervoorziening van een mini-waterloop worden aangesloten.
• Door het draaien van de afsluitkraan op de slangaansluiting laat deze zich openen of sluiten.
Draai de afsluitkraan tegen de klok in, zo is deze geopend. Zie Afb. C.
•
Met de draaiknop op de uitlaatopening kan het debiet worden ingesteld. Als de afsluitkraan
op de slangaansluiting geopend is, moet u het debiet op maximaal instellen (draai in de
richting "+").
Sluit de doorstroom nooit volledig af, omdat de fonteinpomp anders beschadigd kan
raken!
Het te verpompen water moet zuiver en helder zijn. Toegelaten zijn uitsluitend kleine
zwevende deeltjes, zoals die in een normale tuinvijver voorkomen. Anders raken de
spuitkoppen verstopt!
Grotere verontreinigingen (bladeren, vuile deeltjes, steentjes en dergelijke) zullen
bovendien de aanzuigopeningen verstoppen of de pomp blokkeren.
De fonteinpomp mag nooit aan het netsnoer worden vastgehouden, gedragen of
worden bevestigd, levensgevaar door een elektrische schok!
U mag de fonteinpomp uitsluitend in loodrechte stand gebruiken!