115
9. Bediening
Neem het apparaat pas in gebruik wanneer u zich met de functies en met deze gebruiksaanwij-
zing vertrouwd heeft gemaakt.
Controleer nog een keer of alle aansluitingen correct zijn. Klem na de controle de minpool van
de boordaccu weer aan.
a) Algemene bediening
Toets / MUT (6)
Met deze toets wordt het apparaat in- en uitgeschakeld en de geluiddemping geactiveerd.
Kort indrukken bij een uitgeschakeld apparaat > apparaat wordt ingeschakeld
Kort indrukken bij ingeschakeld apparaat > geluiddemping wordt geactiveerd of gedeactiveerd
Lang indrukken bij ingeschakeld apparaat > apparaat wordt uitgeschakeld
Voor het inschakelen kan ook iedere andere toets van het apparaat worden gedrukt.
Draaiknop VOLUME / toets SELECT (9)
Bij normale werking wordt met de draaiknop VOLUME het geluidsvolume ingesteld.
Druk één of meer keren kort op de toets SELECT om de parameters BAS (regeling lage tonen),
TRB (regeling hoge tonen), BAL (instelling van de balans) en FAD (instelling van de fader), LOUD (loudness-
functie) en DSP (digitale signaalprocessor) door aan de draaiknop VOLUME te draaien en te veranderen.
Loudness-functie:
LOUD ON: De loudness-schakeling is geactiveerd.
LOUD OFF: De loudness-schakeling is uitgeschakeld. De klank wordt niet beïnvloed.
Het menselijk oor hoort de lage en hoge tonen bij een lager geluidsvolume slechter. Door een stij-
ging van deze frequentiebereiken bij lage geluidsvolumes (loudness-correctie) wordt dit effect
tegengegaan en de muziekweergave klinkt natuurlijker.
DSP-functie:
FLAT
Signaalprocessor ingeschakeld, lineaire frequentiegang
CLASSICS Voorinstelling voor klassieke muziek
POP M
Voorinstelling voor popmuziek
ROCK M
Voorinstelling voor rockmuziek
DSP OFF
Signaalprocessor uitgeschakeld
LCD-scherm (3)
Op het LCD-scherm (3) wordt alle informatie, afhankelijk van de weergegeven audiobron (radio, SD-speler,
enz.) weergegeven.