26
27
aaNWIjzINgeN voor veIlIg rIjdeN
ALGEMENE RIJTIPS:
• Houd altijd het voertuig in het oog, kijk niet naar de zender!
• De eerste keren dat met het voertuig wordt gereden, heeft men meestal de neiging
de regelaars te heftig te bedienen. Zorg ervoor, dat u voldoende ruimte ter beschik-
king hebt.
Laat na een crash de snelheidsregelaar altijd onmiddellijk los om schade aan de
elektronica te voorkomen.
DE GESCHIKTE RIJOMGEVING:
De plaats waar u met het voertuig rijdt, moet voldoen aan de volgende criteria:
1. Het moet een plaats zijn met zoveel mogelijk vrije ruimte en zonder storende
hindernissen.
2. Verzeker u er voor het starten in ieder geval van, dat er zich geen mensen en dieren
in de directe nabijheid bevinden.
3. Houd het voertuig steeds in het oog, zodat het niet tegen de bestuurder of andere
mensen of tegen dieren aanrijdt en mogelijk letsel toebrengt.
Nederlands
Nederlands
4 aCCU opladeN
Let op:
Vóór het opladen en na elke rit moeten de accu en de motoren steeds 15 tot
30 minuten afkoelen, anders kunnen deze onderdelen beschadigd raken. Houd steeds
toezicht bij het laden. Laad de accu steeds op op een vuurvaste ondergrond en in een
brandveilige omgeving.
Zender:
1. Schakel de motorfiets en de zender uit.
2. Steek de USB-lader in een USB-poort
(4A)
.
3. Steek de stekker van de lader voorzichtig in de laadaansluiting van de motorfiets
(4B)
. De led in de USB-stekker gaat branden. De stekker moet gemakkelijk in de
laadaansluiting kunnen worden gestoken –
FORCEER HEM NIET
. Als de stekker niet
op de juiste wijze in de laadaansluiting wordt gestoken, kan de motorfiets beschadigd
raken en kan in sommige gevallen gevaar van letsel ontstaan.
4. Wanneer de led in de USB-stekker uitgaat, is het laden voltooid. Trek na het laden
de USBkabel uit de USBpoort en uit de motorfiets.
Na een laadtijd van ca. 30 minuten kan de motorfiets ca. 12 minuten rijden,
afhankelijk van de rijstijl
Waarschuwing:
De LiPo-accu wordt gewoonlijk niet warm tijdens het laden. Als de accu toch warm of
zelfs heet wordt tijdens het laden en/of als er veranderingen te zien zijn aan het
oppervlak van de accu, moet het laden onmiddellijk worden onderbroken!
5 STarTvoorbereIdINg
Zet nu de ON/OFFschakelaar van de motorfiets op "ON"
(5A)
. Het voorlicht begint te
knipperen. Zet daarna de ON/OFF-schakelaar van de zender op "ON"
(5B)
. De Power-
led begint te knipperen.
De zender wordt nu gekoppeld met de motorfiets, dit duurt enkele seconden. Wanneer
de Powerled en het voorlicht van de motorfiets permanent gaan branden, is de koppeling
tot stand gebracht. Tegelijk begint de gyroscoop in de motorfiets te draaien; de motorfiets
is nu klaar om te starten.
3 baTTerIjeN plaaTSeN
Zender
3A
De afdekking losschroeven.
3B
Plaats 4 AA-batterijen van 1,5 V. Let op de juiste richting van de polen, zoals
aangegeven in het batterijvak.
3C
Sluit de afdekking van het batterijvak en schroef hem vast.
7 beSTUreN vaN de aUTo
7A Zelfstandig start:
zet de motorfiets op de grond, zodat deze op beide wielen
en een van de valbeugels rust. Geef voorzichtig wat gas. De motorfiets gaat
eerst in een cirkel rijden. Dan richt hij zich op en rijdt, zodra hij de
minimale snelheid heeft bereikt, rechtuit.
7B Met handondersteuning:
zet de motorfiets op de grond en houd hem rechtop met
een hand. Geef een beetje gas en laat de motorfiets los. Als u voldoende gas hebt
gegeven, rijdt de motorfiets rechtuit weg. Als hij toch omvalt, probeer het dan opnieuw
en geef iets meer gas.
7C
draai het stuurwiel naar links of naar rechts om bochten te maken.
Aanwijzing:
hoe harder de motorfiets rijdt, hoe wijder de bochten worden.
Met de regelaar voor de maximale snelheid kan de hoogste snelheid worden in-
gesteld, die de motorfiets bij vol gas bereikt.
Aanbeveling
: zet de regelaar eerst in de middelste stand. De motorfiets moet
minstens zo snel rijden, dat hij rechtdoor blijft rijden als er niet gestuurd wordt.
6 INSTelleN vaN de MaxIMale SNelheId
Summary of Contents for Speed Devil
Page 3: ...4 4 4A 4B 5 5A 5B 6 5 7A 7C 7B 7 ...
Page 22: ...42 43 Notes Notes ...